Leef je uit, Tot uw dienst, dag 7
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe noemen we het bijhouden welke artikelen binnenkomen en uitgaan?
A
Inventariseren
B
Balansen
C
Voorraadadministratie
Slide 3 - Quizvraag
juist of niet juist
Alle artikelen die een bedrijf binnen komen moeten bijgeboekt worden, wil je de voorraadadministratie up to date houden.
Alle artikelen die een bedrijf binnen komen moeten bijgeboekt worden, wil je de voorraadadministratie up to date houden.
A
juist
B
niet juist
Slide 4 - Quizvraag
Wie stuurt een orderbevestiging?
A
Klant
B
Leverancier
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een orderbevestiging ?
A
Een overzicht dat je van de transporteur krijgt.
B
Een overzicht van de voorraad.
C
Overzicht dat je krijgt van zomaar wat goederen.
D
Een overzicht dat je krijgt van de leverancier van wat en hoeveel je hebt besteld.
Slide 6 - Quizvraag
Een pakbon is hetzelfde als een factuur?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Op welk(e) document(en) staan bedragen?
A
Factuur
B
Orderbevestiging
C
Factuur en Orderbevestiging
D
Pakbon en Factuur
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een factuur?
A
rekening die de leverancier aan de afnemer betaalt voor de geleverde goederen
B
rekening die de afnemer aan de leverancier betaalt voor de geleverde goederen
C
rekening die de afnemer aan de leverancier betaalt voor de geleverde emballage
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de economische voorraad?
A
De ingekochte artikelen waarbij het risico is dat de inkoopprijs verandert.
B
De voorraadtelling.
C
De voorraadtelling waarbij de voorverkopen zijn afgetrokken.
Slide 10 - Quizvraag
Wat is minimale voorraad?
A
Het minimale dat je moet bestellen.
B
Het minimale bedrag dat je wilt verdienen.
C
Het minimale aantal dat je op voorraad moet hebben.
D
Het bedrag dat je moet weten om winst te maken.
Slide 11 - Quizvraag
MATEN
(één antwoord is goed)
(één antwoord is goed)
A
S is kleiner dan XS
B
M is groter dan L
C
L is groter dan M
D
XS is groter dan S
Slide 12 - Quizvraag
EHBO
A
eerste hulp bij ongelukken
B
eerste hulp bij ongevallen
C
een hulp bij ongelukken
D
een hulp bij ongevallen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een bhv'er?
A
Behulpzame hulpverlener
B
Bedrijfshulpverlener
C
Bindende hulpverlener
D
Bavohulpverlener
Slide 14 - Quizvraag
Een bhv’er:
A
Hoeft pas na 5 jaar weer op herhalingscursus
B
Is altijd iemand uit het management
C
Is minstens 5 jaar in dienst
D
Moet een brand kunnen beperken en bestrijden
