Wageningen: Belonen en Straffen

Belonen
Straffen
&
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Belonen
Straffen
&

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Belonen
Voorkomen om straf te geven

Vooraf regels vertellen

Hoe kun je belonen?

Wat kun je belonen?

Slide 3 - Tekstslide

Belonen

Leerlingen veranderen hun gedrag eerder als ze beloond worden voor goed gedrag,
dan als ze gestraft worden voor ongewenst gedrag.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Straffen: De correctieladder
  1.  Negeren
  2. Aankijken
  3. Vingers knippen
  4. Naam noemen
  5. Les stil leggen
  6. Nablijven
  7. Schorsen

Slide 6 - Tekstslide

Straffen: non-verbaal corrigeren
(stap 1 en 2 van de correctieladder) 
  1. negeren & les vervolgen 
  2. aankijken
  3. aankijken met vinger op de mond
  4. aankijken & fronsen
  5. aankijken, fronsen & aanwijzen
  6. schouders ophalen & vragend kijken
  7. op de leerling afstappen
  8. vingers knippen 

Slide 7 - Tekstslide




  • Gedrag benoemen
  • Aangeven wat ze wél moeten
  • Zachter, Harder, Nadrukkelijker of Stoppen met:  praten
  • Terloops, Neutraal, Vragend of Streng naam noemen + evt. Wijzen
  • Reageren met Humor
  • Vraag stellen over gedrag 



  • Vraag te stoppen met het gedrag
  • Iets vragen waardoor hij stopt
  • Drieslag-regel
  • Leerling laten kiezen tussen twee opties, waarbij laatste ''weer meedoen'' is
  • Als je grens is bereikt: 'Je gaat er nu uit'
Straffen: verbaal corrigeren
(stap 1 en 2 van de correctieladder) 

Slide 8 - Tekstslide

Straffen
  • De Drieslag regel!
Ik zie ..............., De regel is......................., Ik wil..................

  • Werkt dit niet?                                                                                               
           Maak de leerling eigenaar van het probleem     
                                       Je doet/gaat/blijft.............., of...................

Slide 9 - Tekstslide

Straffen
Het toepassen van de correctieladder:
  1. Schat de trede van de ladder in en spreek het uit.
  2. Stopt het gedrag?
    Ja? Top!,            Nee? Dan zat je te hoog of te laag op de ladder
  3. Bij de volgend correctie moet je altijd een trede hoger!
  4. Na 3 correcties: klas verlaten! 

Slide 10 - Tekstslide

Probeer het 
Belonen!
Straffen
te voorkomen, 
en ga vooral 

Slide 11 - Tekstslide