Sturen op gewenst gedrag 2

• SLB
• HBO
• Studiejaar 1

Sturen op gewenst gedrag

Sturen op
gewenst gedrag

Het is beter/ positiever/ constructiever om aan leerlingen te vertellen wat je wel van ze verwacht ipv wat je niet van ze verwacht!  

Doel van deze training

• Wat is gedrag? 
• Hoe stuur je kinderen aan tot gewenst gedrag? 
• Hoe corrigeer je ongewenst gedrag?  

Wat is gedrag?

Wat is gedrag

• Waarneembare handelingen:   
  Bewust: Bv. pannenkoeken bakken, fietsen  
  Onbewust (reflexen): In huilen uitbarsten 
• Niet-waarneembare handelingen (innerlijk gedrag): bv. dromen, denken etc.    
  
  Alles wat je een ander ziet doen is gedrag. 
  Interpretatie: betekenis geven aan het gedrag.   

Beschrijf jouw stageklas

Maak een tweetal:  

Geef een beschrijving van het gedrag van jouw stageklas aan je maatje. (+/- 3 min.)    

- Wat daarvan is waarneembaar gedrag? 

- Wat is een aanname/interpretatie? 

Zodra het maatje een aanname hoort roept hij/zij: Aanname!   Bespreek of het een aanname of waarneembaar gedrag is.  

Hoe kan je als leerkracht het gedrag van een kind/kinderen beïnvloeden?

Gewenst gedrag
belonen

Gewenst gedrag belonen

Belonen is een krachtig en positief middel in de opvoeding.   

Belonen = bekrachtigen  

Bekrachtigen

• Ouders en leerkrachten bekrachtigen(zetten kracht bij) gedrag soms onbewust en ongewild. Daardoor kunnen ze ook ongewenst gedrag bekrachtigen!   
• Tip: Vraag je steeds af wat je bekrachtigt en kies bewust de positieve bekrachtigers. Richt je oog op het gedrag dat je wilt zien en zet dat gedrag in het zonnetje. Hierbij geldt: alles wat je aandacht geeft groeit!  

Positieve bekrachtigers

Oogcontact 

Knikje / knipoog 

Glimlach 

Waardering 

Compliment 

Speciale activiteiten  

Complimenten

Je kunt veel bereiken door complimenten te geven, maar het is dan wel goed om dit heel specifiek te maken. Je zegt dan iets over het proces dat je bij een leerling ziet, niet over het eindresultaat.    

Hoe vaak zeg je wel niet: ‘Wat een mooi kunstwerk!’ Maar beter werkt het om een specifiek punt te noemen. Bijvoorbeeld: ‘Ik heb gezien dat je het moeilijk vond om de neus te maken. Je hebt er hard voor gewerkt en het toch voor elkaar gekregen!’  

Belonen: wat, wie en hoe?

Bespreek in je tweetal 

- Welke positieve bekrachtigers zie jij bij je mentor terug? In welke situaties? 

- Wordt er beloond op individueel of groepsgedrag?  Hoe wordt er beloond?  

- Maak jij ook (bewust of onbewust) gebruik van positieve bekrachtigers? Welke en in welke situaties?  

Gedragsmatige invalshoek

Verantwoordelijkheid van het gedrag bij het kind en de omgeving.   

De leerkracht is onderdeel van de omgeving. 

De omgeving kan het kind helpen in zijn gedrag.   

Corrigeren ongewenst gedrag

-Minder effectief dan belonen gewenst gedrag 

-Negatieve sfeer 

-Minder werkplezier (politieagent) 

-Kost energie  

Stap 0: Afspraken maken, oefenen en herhalen  

Stap 1: Non verbale correctie 

De blik 

De knik   

Stap 2: Positieve groepscorrecties 

“Wat goed van dat groepje”  

“Die zitten al klaar” 

Of het herhalen van de afspraak

  

Stap 3: Anonieme individuele correcties 

“Ik mis nog 3 paar ogen die niet naar mij kijken”  

 

Stap 4: Individuele correctie onder 4 ogen 

Maak dit klein en persoonlijk 

Even de schouder aantikken ..”joh..”   

Stap 5: Ultrasnelle klassikale correctie (vertel het concrete handelen)  

“Pietje, ik wil dat je je handen leegmaakt en naar me kijkt”    

Stap 6: Consequenties 

“Ik heb je nu genoeg gewaarschuwd, bij een volgende keer is het tafel opzij/naar de gang”