Hoofdletters

Hoofdletters
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdletters

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Na deze les weet je hoe je hoofdletters op de juiste manier gebruikt. 

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 3 - Open vraag

Hoe zat het ook alweer?
  • Begin van een zin
  • Namen van personen
  • Organisaties, merken en producten
  • Aardrijkskundige namen
  • Historische gebeurtenissen
  • Religieuze en culturele begrippen

Slide 4 - Tekstslide

Begin van een zin
  • Vandaag ga ik naar school
  • 's Avonds ga ik sporten

Slide 5 - Tekstslide

Namen van personen
  • Jan
  • Jan Jansen
  • meneer Jansen
  • Jan van Veen
  • meneer Van Veen
  • meneer J. van Veen
  • mevrouw Jansen- van Veen

Slide 6 - Tekstslide

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
's Avonds ga ik naar Johan
B
'S avonds ga ik naar Johan
C
's avonds ga ik naar Johan
D
's avonds ga ik naar johan.

Slide 7 - Quizvraag

Organisaties, merken en producten
  • Philips
  • Ford
Afwijkende schrijfwijze --> niet aanpassen. 
  • PvdA
  • iPhone

Slide 8 - Tekstslide

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Morgen krijg ik les van meneer van veen.
B
morgen krijg ik les van Meneer van Veen.
C
Morgen krijg ik les van meneer Van Veen.
D
Morgen krijg ik les van meneer van Veen.

Slide 9 - Quizvraag

Aardrijkskundige namen
  • Landen --> Nederland
  • Talen  --> Nederlands,  Fries
  • Steden --> Utrecht
  • Rivieren --> de Rijn
  • Straten --> Bosweg
  • Windstreek --> alleen bij aardrijkskundige namen --> Noord-Brabant  

Slide 10 - Tekstslide

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Het hoofdkantoor van philips staat in amsterdam.
B
Het hoofdkantoor van philips staat in Amsterdam.
C
het hoofdkantoor van Philips staat in Amsterdam.
D
Het hoofdkantoor van Philips staat in Amsterdam

Slide 11 - Quizvraag

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
In het zuiden van Nederland verstaan ze geen Twents.
B
In het Zuiden van Nederland verstaan ze geen Twents.
C
In het zuiden van nederland verstaan ze geen Twents.
D
In het zuiden van Nederland verstaan ze geen twents.

Slide 12 - Quizvraag

Historische gebeurtenissen
Kerstmis  --> kerstdagen
Moederdag --> moederdagcadeau
Eerste Wereldoorlog

Dagen, maanden en historische periodes --> kleine letter
november
maandag
ijstijd

Slide 13 - Tekstslide

Religie en cultuur
  • Geen hoofdletter
  • christendom, islam

Uitzondering --> Heilige begrippen
God
Koran


Slide 14 - Tekstslide

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
In het christendom vereert men god.
B
In het Christendom vereert men God.
C
In het Christendom vereert men god.
D
In het christendom vereert men God.

Slide 15 - Quizvraag

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er tijdens kerstmis niet gevochten.
B
Tijdens de eerste wereldoorlog werd er tijdens kerstmis niet gevochten.
C
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er tijdens Kerstmis niet gevochten.
D
Tijdens de eerste Wereldoorlog werd er tijdens kerstmis niet gevochten.

Slide 16 - Quizvraag

In welke zin worden hoofdletters goed toegepast?
A
Een mbo'er kan doorstromen naar het hbo.
B
Een MBO'er kan doorstromen naar het HBO.
C
Een Mbo'er kan doorstromen naar het Hbo.
D
Een MBo'er kan doorstromen naar het HBo.

Slide 17 - Quizvraag

op prinsjesdag leest koning willem-alexander de plannen voor van de nederlandse regering.

Slide 18 - Open vraag

In welke zin worden hoofdletters goed toegepast?
A
De GGD doet onderzoek naar Corona.
B
De ggd doet onderzoek naar corona.
C
De Ggd doet onderzoek naar Corona.
D
De GGD doet onderzoek naar corona.

Slide 19 - Quizvraag

"Aanhalingstekens"
Gebruik je aan het begin en eind van een citaat. Een citaat is een zin die iemand zo letterlijk gezegd heeft. 
De aanhalingstekens komen na de punt of het uitroepteken/vraagteken. Daarna volgt een hoofdletter om het begin aan te geven van het citaat. 

Slide 20 - Tekstslide

DUBBELE PUNT voor citaat

- Een dubbele punt wordt voor het citaat gebruikt. 

- Aanhalingstekens openen

Hoofdletter bij het begin van het citaat 

-Aanhalingstekens sluiten

Bij het einde van de zin volgt een punt. 

'Ik vond die film erg goed!' ,benadrukt Jaap.

Sharon gilde: 'Ik weet niet of ik dat durf!' . 




Hoofdletter
Na de dubbele punt volgt normaal nooit een hoofdletter. Een citaat wordt wel met een hoofdletter geschreven. Na een dubbele punt bij een citaat gebruik je WEL een hoofdletter!

Slide 21 - Tekstslide

De student vroeg aan mevrouw bos is dit het einde van de les?
Maak hier een zin van

Slide 22 - Open vraag

'Yes, het is bijna weekend!' schreeuwde Pim.
A
dit citaat is goed
B
fout, je mist de dubbele punt
C
fout, je mist de aanhalingstekens
D
fout, je mist de hoofdletters

Slide 23 - Quizvraag