In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
11.1 man en vrouw
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen 11.1
1. Je kunt delen van de voortplantingsorganen van de man en vrouw uitleggen en benoemen.
2 Je kunt het verloopt van de menstruatiecyclus en de bijbehorende hormonen uitleggen.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
De teelballen
Hier worden 70 miljoen zaadcellen per dag gemaakt. Daarna opslag in de bijballen. Dit zit allemaal in de balzak.
Slide 4 - Tekstslide
Hoe merkt een jongen voor het eerst dat hij vruchtbaar is?
Slide 5 - Open vraag
Tijdens een zaadlozing kan er urine bij het sperma komen
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quizvraag
Aan de slag
11.1: 1 t/m opdracht 7.
Alles af? Test jezelf bladzijde 56.
Slide 7 - Tekstslide
Wanneer is een meisje vruchtbaar?
Slide 8 - Tekstslide
Eicellen
Een vrouw wordt geboren met 400.000 onrijpe eicellen. Als een vrouw vruchtbaar wordt gaan deze rijpen door een seintje van de hypofese. Vanaf dan kan ze zwanger worden.
Slide 9 - Tekstslide
Wanneer merkt een vrouw aan zichzelf dat ze vruchtbaar is?
Slide 10 - Open vraag
Anatomie vrouwelijke geslachtsorgaan.
Slide 11 - Tekstslide
Menstruatiecyclus vrouw
Slide 12 - Tekstslide
Fases menstruatiecyclus
1. Rijping van eicel in een eierstok
2. Het baarmoederslijmvlies wordt dikker 3. Ovulatie (eisprong) 4. Menstruatie.
Slide 13 - Tekstslide
Voortplanting vrouw
Menstruatiecyclus
De menstruatiecyclus is bedoeld om een vrouw zwanger te kunnen laten worden.
De menstruatiecyclus duurt ongeveer 28 dagen.
Slide 14 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Ga zelfstandig aan de slag met opdrachten 8 t/m 14.
Slide 15 - Tekstslide
Hoe beginnen we de les?
Telefoons in de telefoontas
Log in lessonup, met eigen naam.
Boek Nectar deel B op tafel.
Tas op de grond.
Niet eten of drinken!!
Slide 16 - Tekstslide
Ovulatie/eisprong
Hier zie je een eicel vrijkomen uit de eierstok. Dat heet ovulatie.
De hypofese laat de follikel (blaasje van de eicel) groeien. Hierdoor gaat de follikel zelf ook de twee bovenstaande hormonen maken. Ze laten beiden het baarmoederslijmvlies groeien. Oestrogeen vooral voor de ovulatie en progesteron vooral na de ovulatie.
Slide 20 - Tekstslide
Oestrogeen effecten
1. Er rijpen geen andere eicellen meer 2. Baarmoederslijmvlies wordt dikker. 3. Bij veel oestrogeen in het bloed wordt er een ovulatie (eisprong) getriggerd.
Slide 21 - Tekstslide
Gele Lichaam
Wat overblijft van het follikel wordt het gele lichaam genoemd.
Het gele lichaam produceert progesteron (en ook nog wat oestrogeen). Hierdoor wordt het baarmoederslijmvlies dikker.
Is de vrouw niet zwanger, dan sterft het gele lichaam af.
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoel 3: Menstruatiecyclus
Menstruatie
Baarmoederslijmvlies verdikt
Ovulatie
Vruchtbare periode
Slide 23 - Sleepvraag
Ovulatie is ...
A
het binnenkomen van een eicel in de baarmoeder
B
de celdeling die aan de vorming van de eicel vooraf gaat
C
de ontwikkeling van een onrijpe tot een rijpe eicel
D
het vrijkomen van een rijpe eicel uit de eierstok
Slide 24 - Quizvraag
In de geslachtsorganen van een man komen bijballen voor. Wat is de functie van de bijballen?
A
Opslag van zaadcellen
B
Vorming van spermavocht
C
Vorming van zaadcellen
Slide 25 - Quizvraag
Het follikel produceert voor de eisprong oestrogeen, na de eisprong ook progesteron. Wat is het effect van progesteron?
A
Progesteron start het afbreken van het baarmoederslijmvlies
B
Progesteron veroorzaakt de ovulatie
C
Progesteron laat de eicel groeien
D
Progesteron houdt het baarmoederslijmvlies in stand