2K. Ch4. Test preparation

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Welcome!

Please sit down.

Put your book and Ipad facedown on your table.

Lesson starts when the timer stops!

Today

Study vocabulary

Test information

Kahoot

Oefentoets 

Lesson goal: You understand the grammar

If not, you can ask for help

What was the highlight of your holiday?

Study vocabulary

Go to page 48-49

Study Theme Words Nl-Eng & Eng-Nl

Study A, C, F, G Nl-Eng

 Quizlet / Wrts / Write down the words 
Oefentoets 

Hoe ziet de toets eruit?

1. Maak combinaties tussen woord en beschrijving

2. Kies het juiste woord in de zin

3. Vertaal woorden naar het Engels

Grammatica

4. Maak de woorden meervoudig

5. Kies tussen much/many

6. Kies de juiste future tense (present simple / be going to / will)

Kader

Hoe ziet de toets eruit?

1. Maak combinaties tussen woord en beschrijving

2. Vertaal Nl-Eng

3. Plaats het juiste woord in de zin

Grammatica
4. Maak de woorden meervoudig

5. Kies tussen much / many

6. Zet het ww in de juiste future tense (present simple / be going to / will)
     --> Ken de 3 regels en pas ze toe!

Theoretisch

2T. Oefentoets ch4. Part 1

2T. Oefentoets ch4. Part 2

2K. Oefentoets ch4. Part 1

2K. Oefentoets ch4. Part 2

LessonUp - Klassen - Engels - Chapter 4

Future

1. Present Simple (stam of stam + s bij he/she/it)
2. To be going to + hele ww 
3. Will / Shall + hele ww

Maar wanneer welke vorm?

1. Present Simple

Je gebruikt de Present Simple (hele werkwoord / he/she/it ww+s) als iets in de toekomst volgens een schema gaat gebeuren. Dit zijn dingen die heel zeker zijn.

Bijvoorbeeld roosters en treintijden.

The train arrives at 9 o'clock tomorrow morning.

2. To be going to + hele ww

Je gebruikt to be going to + hele ww als dingen vooraf al gepland zijn en als je een voorspelling doet met bewijs.

Look at those dark clouds! It is going to rain.

I am not going to the school dance tomorrow, because I didn't buy a ticket.

3. Will + hele ww

Je gebruikt will  + hele ww als dingen 

spontaan gebeuren en als je een voorspelling doet zonder bewijs (bijvoorbeeld een mening).

I think we will stay inside a few more weeks longer.

Will It rain tomorrow? If not, we are going to the beach!

Present Simple

ww / he she it ww+s

To be going to + hele ww

am / are / is going to

will + hele ww

She ..... (buy) a new car tomorrow.

They promised they ...... (help) us move into our new house.

The train ..... (leave) in exactly 1 hour.

Do you think it ..... (rain) later today?

Our plane .... (depart) at 18.00h.

Careful! That chair looks like it .... (break).

What can I help you with on Thursday before the test?

Study Theme Words on page 48