Quiz sportcentrum

Binnen=Beginnen
Ga zitten doe je jas uit, kauwgom in de prullenbak en pak je laptop op tafel. 

Opdracht 
Log in op LessonUp met je eigen naam. 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Binnen=Beginnen
Ga zitten doe je jas uit, kauwgom in de prullenbak en pak je laptop op tafel. 

Opdracht 
Log in op LessonUp met je eigen naam. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Quiz sportcentrum 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een RI&E?
A
Onderzoek waarbij de risico`s op de werkvloer wordt onderzocht
B
Een EHBO techniek om mensen te helpen die gewond zijn
C
Een lijstje die je gebruikt bij EHBO handelingen
D
Risico`s op de werkvloer

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noem feedback die je krijgt van een ander?
A
Communicatie
B
Terugkoppeling
C
Ontvanger
D
Zender

Slide 4 - Quizvraag

Komt langzaam opzetten is dit een kenmerk van een acute of chronische blessure?
A
Acute blessure
B
Chronische blessure

Slide 5 - Quizvraag

Hoe kun je een blessure voorkomen?

Slide 6 - Open vraag

Een grote groep sporters komt sporten. Het is een groep vrouwen in de leeftijd van 18 jaar tot 55 jaar. Tot welke groep of groepen sporters behoren zij.
A
Homogene groep
B
Hetrogene groep
C
Horizontale groep
D
Verticale groep

Slide 7 - Quizvraag

Begrippen
Heterogeen Hebben grote verschillen (man, vrouw)
Homogeen Hebben gelijkenissen, zijn hetzelfde(mannen)
Verticaal Verschillende leeftijden bij elkaar 
Horizontaal Kinderen van dezelfde leeftijd 

Slide 8 - Tekstslide

Welvaart zorgt voor een hogere........
A
Baby sterfte
B
Levensverwachting
C
Welvaartsziekte

Slide 9 - Quizvraag

Welke maaltijd is geschikt voor een vegetariër die lactosevrij moet eten?
A
Broodje kaas
B
Gegrilde zalm, doperwten en aardappelen
C
kipsaté met friet
D
rijst met champignons, komkommer en taugé.

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf 1 open vraag en 1 gesloten vraag op

Slide 11 - Open vraag

Een veganist eet geen..
A
Vlees
B
Kwark
C
Eieren
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn juist

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een vegetariër en een veganist?

A
Een vegetariër eet geen vlees en geen vis. Een vegan eet dit allemaal wel
B
Een vegan eet geen vlees, vis en geen dierlijke producten, een vegetariër eet wel dierlijke producten
C
Een vegan eet geen vlees, vis en planten. Een vegetariër eet wel planten
D
Een vegetariër eet geen vlees maar wel vis, een vegan eet geen dierlijke producten

Slide 13 - Quizvraag

Noem 2 aanpassingen die worden gedaan op openbare plekken om de toegankelijkheid te vergroten

Slide 14 - Open vraag

Wat betekent het woord voedingsgewoonte?
A
Dat is de manier waarop je eet
B
Bepaalde manier van eten en manier waarop je eten klaar maakt
C
De producten die je dagelijks eet
D
Een schema van het eten dat je elke week eet

Slide 15 - Quizvraag

Iemand die geen gluten mag eten heeft....
A
Coeliakie
B
Diabetes
C
Hart- en vaatziekte
D
Kanker

Slide 16 - Quizvraag

Een voedingsgewoonte kan afhangen van:
A
religie
B
klimaat
C
wat je lekker en/of belangrijk vindt
D
alle antwoorden zijn waar

Slide 17 - Quizvraag

Wat kun je doen om een blessure te behandelen?

Slide 18 - Open vraag

Wanneer gebruik je een drukverband?
A
Als iemand gevallen is
B
Als iemand een wond heeft
C
Als iemand heftig bloed
D
Als iemand iets gebroken heeft.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is spinning?
En wat heb je nodig voor spinning?

Slide 20 - Open vraag

Wat moet je NIET doen bij iemand die een epileptische aanval heeft?
A
Spullen verplaasten
B
Een kussen onder het hoofd doen
C
De persoon verplaatsen
D
Een stokje tussen de tanden.

Slide 21 - Quizvraag

Noem bij elke begrip een voorbeeld.
Psychisch gezondheid, sociale gezondheid, lichamelijke gezondheid.

Slide 22 - Open vraag