Unit 5) All, every, each

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

HA: Lesson 1.4 : ALL, EVERY, EACH

Leerdoelen:

- Ik weet wanneer ik all, every of each moet gebruiken.

ALL

All gebruiken we als we het hebben over een hele groep. We gebruiken all altijd samen met een meervoudsvorm.

All + meervoudsvorm                                          betekent: alle

• We went to all the sights in the city
• I like all flavours of ice cream
• All boys and girls must report to the principal.
• All fruit has gone bad.

EVERY 

Every gebruik je als je het hebt over mensen, dieren of dingen die samen een groep vormen. Na every komt altijd een enkelvoudsvorm.

Every + enkelvoudsvorm                         betekent: elk(e)

• Every sight was interesting
• Every book there I have read.
  

 EACH

Each gebruik je als het hebt over mensen, dieren of dingen afzonderlijk. Elk op zich of per individu. We gebruiken each altijd samen met een enkelvoudsvorm.

Each + enkelvoudsvorm                                                 betekent: elke apart

• We wanted to spend an hour at each sight.
• Each house has been painted a different colour.
• Each bus has its own route.

ALL, EVERY & EACH

Samenvatting:

All -> groep (meervoud: alle)

Every -> alle leden van een groep (enkelvoud: elke)

Each -> individuen (enkelvoud: elke apart)

............ student has to have a schoolbag.

1. All
2. Every
3. Each

Take one in ___ hand.

1. all
2. every
3. each

Do ___ English people like the Queen?

1. all
2. every
3. each

___ criminal should pay for his or her crimes.

1. all
2. every
3. each

___ cupcake has a different flavour.

1. all
2. every
3. each

I think we visited ... parks in this city.

1. all
2. every
3. each

www.tolearnenglish.com