Tekstverbanden H3, H4 en H5

Tekstverbanden

Opsomming - Tegenstelling - Voorbeeld - Oorzaak Gevolg - Argument - Mening - Conclusie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tekstverbanden

Opsomming - Tegenstelling - Voorbeeld - Oorzaak Gevolg - Argument - Mening - Conclusie

Slide 1 - Tekstslide

Instructie
Werk elke slide één voor één door. Lees goed wat er verteld wordt en maak alle opgaven en vragen. Zowel die in Lesson-Up als in je boek. Als je vragen hebt, dan kun je die via Teams of in de klas aan mij stellen.


Slide 2 - Tekstslide

Legenda
  • Theorie 
  • Oefening
  • Extra oefening
  • Extra uitdaging
  • Evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Welke tekstverbanden ken je?
Type ze 1 voor 1

Slide 4 - Woordweb

Welk signaalwoord hoort niet in het rijtje thuis?
A
want
B
dus
C
omdat
D
om die reden

Slide 5 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort niet in het rijtje thuis?
A
kortom
B
dat betekent
C
dus
D
omdat

Slide 6 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort niet in het rijtje thuis?
A
echter
B
mits
C
hoewel
D
daarentegen

Slide 7 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort niet in het rijtje thuis?
A
zo
B
zoals
C
Ten slotte
D
onder andere

Slide 8 - Quizvraag

Voorbeeld
Tegenstelling
Opsomming
Oorzaak-Gevolg
ten slotte
tegenover
neem nou
verder
om te beginnen
onder andere
daardoor
hoewel
denk aan
waardoor

Slide 9 - Sleepvraag

Leespauze
timer
10:00
Pak een leesboek uit de krat en ga 10 minuten lezen.
Je kan de timer hiervoor gebruiken.

Slide 10 - Tekstslide

INSTRUCTIE
Op de volgende slide krijg je steeds een stukje tekst te zien. Bepaal het tekstverband.
Kies uit: 
argument, conclusie, mening, opsomming, tegenstelling, voorbeeld, oorzaak-gevolg

Slide 11 - Tekstslide

Hoewel het 's nachts nog vriest en het overdag erg koud is, lijkt de lente er eindelijk aan te komen.

Slide 12 - Open vraag

De vogels hebben het erg druk. Zo zijn ze onder andere enorm aan het fluiten. Vanaf het dak zingen ze uit volle borst.

Slide 13 - Open vraag

De meeste mensen vinden het fijn als de zon weer schijnt. Iedereen is ook een stuk vrolijker.

Slide 14 - Open vraag

Mensen lachen, zitten lekker buiten op een terras en trekken er weer veel meer op uit. Ook zijn mensen vaak veel aardiger als de zon schijnt.

Slide 15 - Open vraag

De lente komt bij ons op een ander moment dan in Australië. Dat komt doordat dit land op het zuidelijk halfrond van de Aarde ligt. Hierdoor staat de zon in maart verder van het land af.

Slide 16 - Open vraag

Voorbeeld
Tegenstelling
Opsomming
Oorzaak-Gevolg
echter
waardoor
zoals
neem nou
daarentegen
bijvoorbeeld
en
hoewel
ook
doordat

Slide 17 - Sleepvraag

Aan welk signaalwoord herken je een opsomming?
A
zo
B
zoals
C
onder andere
D
ook

Slide 18 - Quizvraag

Aan welk signaalwoord herken je een conclusie?
A
dus
B
echter
C
want
D
daarentegen

Slide 19 - Quizvraag

Aan welk signaalwoord herken je een voorbeeld?
A
hierdoor
B
neem nou
C
echter
D
hoewel

Slide 20 - Quizvraag

Aan welk signaalwoord herken je een argument?
A
daarentegen
B
dat betekent
C
dus
D
immers

Slide 21 - Quizvraag

Pauze
timer
5:00
Neem even 5 minuten pauze. Drink even wat, ga even op de zitzak of kijk even op je mobiel

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het gevolg in deze zin?

Het regende de hele dag en daardoor ging de sportdag niet door.

Slide 23 - Open vraag

Wat is het gevolg in deze zin?

De bouw van het ziekenhuis is vertraagd, door bevriezing van de grond.

Slide 24 - Open vraag

Opdracht
Maak een schema van de tekstverbanden:
Opsomming - Tegenstelling - Voorbeeld - Oorzaak Gevolg - Argument - Mening - Conclusie
Zet onder elk tekstverband de bijbehorende signaalwoorden.
Maak hiervoor gebruik van de theorie in je boek of in de hoofdstukken van LessonUp.

Als je klaar bent, laat je het schema aan mij zien.

Slide 25 - Tekstslide

Zoek op internet of in je werkboek een stukje tekst met daarin het tekstverband Oorzaak-gevolg. Upload deze hier.

Slide 26 - Open vraag

Schrijf nu zelf twee alinea's van minimaal 4 zinnen. Gebruik een tekstverband uit 1 van de hoofdstukken. Kies er zelf 1 uit. Schrijf bij je stukje tekst welk tekstverband je hebt gekozen.

Slide 27 - Open vraag

Heb je nog vragen voor me over de lesstof?
Laat het me weten, zodat je goed voorbereid bent voor de toets.

Slide 28 - Open vraag

Einde
Heel veel succes!



Slide 29 - Tekstslide