Hoofdstuk 4 - Begrijpend lezen

Hoofdstuk 4

Opsomming  Tegenstelling   Voorbeeld    Oorzaak - Gevolg
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4

Opsomming  Tegenstelling   Voorbeeld    Oorzaak - Gevolg

Slide 1 - Tekstslide

Instructie
Werk elke slide één voor één door. Lees goed wat er verteld wordt en maak alle opgaven en vragen. Zowel die in Lesson-Up als in je boek. Als je vragen hebt, dan kun je die via Teams of in de klas aan mij stellen.


Slide 2 - Tekstslide

Legenda
  • Theorie 
  • Oefening
  • Extra oefening
  • Extra uitdaging
  • Evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Welke woorden gebruik
jij als jij voorbeelden
van iets gaat geven?

Slide 4 - Woordweb

Ga naar bladzijde 90 en maak de startopdracht.
Voer de juiste lettervolgorde in. Doe dit op deze manier:
a-b-c

Slide 5 - Open vraag

Twee nieuwe tekstverbanden
In het vorige hoofdstuk heb je twee tekstverbanden geleerd.
In dit hoofdstuk komen daar twee bij:

-Voorbeeld
- Oorzaak - Gevolg

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Het Tekstverband voorbeeld kent de volgende signaalwoorden:

- bijvoorbeeld
- zo
- zoals
- denk aan
- neem nou
- onder andere


Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld van Tekstverband voorbeeld:
Veel streaming-diensten, zoals Netflix en Videoland, bieden allerlei internationale series aan. Denk aan bijvoorbeeld series uit Zweden of een drama uit Colombia.

Uitleg:
In deze zin worden er eerst voorbeelden gegeven van streaming-diensten en daarna van internationale series. De signaalwoorden waar je dat aan kan zien zijn:
Zoals
Denk aan

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaak - Gevolg
Het Tekstverband Oorzaak-Gevolg kent de volgende signaalwoorden:

- daardoor
- doordat
- de oorzaak hiervan is
- waardoor
- ten gevolge van 

Oorzaak-Gevolg zegt iets over een situatie die gebeurd is en wat daarna plaatsvindt. 
Dit kan ook andersom in een tekst staan. Dus dat het gevolg eerst genoemd wordt en daarna de oorzaak.


Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld Oorzaak-Gevolg
Doordat het heel hard regende, was Jip compleet doorweekt aangekomen op school.

Uitleg:
In deze zin  is de oorzaak:  het regende heel hard. Het gevolg is: Jip kwam doorweekt op school.
Het signaalwoord van dit tekstverband is in deze zin: doordat.

Slide 10 - Tekstslide

Werkboek
De volgende vragen gaan over Tekst 1 op bladzijde 91

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van tekst 1 op blz 91?
A
21
B
uitspraak van getallen
C
twintigeen

Slide 12 - Quizvraag

Welk signaalwoord voor oorzaak-gevolg staat in alinea 2?

Slide 13 - Open vraag

Aan welk signaalwoord herken je een voorbeeld in de laatste zin van de tekst?

Slide 14 - Open vraag

Waar zijn Arabisch, Slavische talen, Deens etc. voorbeelden van?

Slide 15 - Open vraag

Voorbeeld
Tegenstelling
Opsomming
Oorzaak-Gevolg
echter
waardoor
zoals
neem nou
daarentegen
bijvoorbeeld
en
hoewel
ook
doordat

Slide 16 - Sleepvraag

Pauze
timer
5:00
Neem even 5 minuten pauze. Drink even wat, ga op de zitzak zitten of kijk even op je mobiel

Slide 17 - Tekstslide

Werkboek
Ga naar bladzijde 91 en maak opdracht 2.
De tekst die hierbij hoort staat op bladzijde 92.
Maak vraag 4 t/m 12 en ga daarna door naar de volgende slide.

Slide 18 - Tekstslide

Nakijken
4 zoals

5 Je krijgt een voorbeeld van een hilarisch onderzoek.
6 opsomming
7 A Door aan te tonen dat katten soms een vaste en soms een vloeibare vorm hebben.
8 een ander onderzoek (van de Koreaan Jiwon Han)
9 a Je houdt het kopje bij het oor vast → je vergroot de kracht waarmee de drank tegen de rand botst → de koffie gaat over de rand
b je loopt achteruit → je struikelt of botst → je knoeit
10 oorzaak en gevolg
11 alinea 2
12 D 








Slide 19 - Tekstslide

Werkboek
De volgende vragen gaan ook nog over tekst 2 op bladzijde 92.

Slide 20 - Tekstslide

Wat betekent 'hilarisch' (Alinea 1)
A
lachwekkend
B
gevaar
C
uitkomst
D
gedachtegang

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent 'redenering' (Alinea 2)
A
lachwekkend
B
gevaar
C
uitkomst
D
gedachtegang

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent 'bevindingen' (Alinea 3)
A
lachwekkend
B
gevaar
C
uitkomst
D
gedachtegang

Slide 23 - Quizvraag

Wat betekent 'risico' (Alinea 3)
A
lachwekkend
B
gevaar
C
uitkomst
D
gedachtegang

Slide 24 - Quizvraag

Schrijf een zin waarin je gebruikmaakt van een signaalwoord van het tekstverband Oorzaak-Gevolg.

Slide 25 - Open vraag

Hoe gaat het tot nu toe?
Wat vind je makkelijk?
Wat vind je nog moeilijk?

Slide 26 - Open vraag

Werkboek
Ga naar bladzijde 93 en maak opdracht 4.
De tekst die hierbij hoort staat op bladzijde 94.
Maak vraag 3 t/m 13 en ga daarna door naar de volgende slide.

Slide 27 - Tekstslide

Nakijken
3 B Hyperloop

4
a gigantische (al. 1) 4 reusachtige, enorm grote
b extreem (al. 1) 2 buitengewoon
c introduceren (al. 3) 6 voor het eerst aan een groot publiek laten zien
d technologie (al. 5) 5 toepassing van wetenschap in de techniek
e accepteert (al. 5) 1 aanneemt
f obstakels (al. 5) 3 hindernissen
5 B De wereld lijkt kleiner, doordat we sneller en verder kunnen reizen.
6 alinea 1
7 er is bijna geen lucht in de buis → de trein heeft nauwelijks weerstand → de trein kan extreem snel heen en weer






















Slide 28 - Tekstslide

Nakijken
8 zoals

9 1 oplossing van het fileprobleem, 2 er kunnen vrachtwagens van de weg gehaald worden, 3 een nieuwe manier van leven wordt geïntroduceerd
10 Dat je hier woont, maar in Parijs werkt
11
signaalwoord verband
al. 3 met als gevolg oorzaak – gevolg
al. 3 bijvoorbeeld voorbeeld
al. 4 Doordat oorzaak – gevolg
al. 4 daardoor oorzaak – gevolg
al. 5 maar tegenstelling
12 er is minder brandstofverbruik tijdens het vervoer van goederen
13 A met een conclusie en een toekomstverwachting










Slide 29 - Tekstslide

Leespauze
timer
10:00
Pak een leesboek uit de kast en ga 10 minuten lezen.
Je kan de timer hiervoor gebruiken.

Slide 30 - Tekstslide

Waar gaat je boek over?

Slide 31 - Open vraag

Welke 4 tekstverbanden
ken je nu?

Slide 32 - Woordweb

Voorbeeld
Tegenstelling
Opsomming
Oorzaak-Gevolg
ten slotte
tegenover
neem nou
verder
om te beginnen
onder andere
daardoor
hoewel
denk aan
waardoor

Slide 33 - Sleepvraag

Hoe gaat het tot nu toe?
Wat vind je makkelijk?
Wat vind je nog moeilijk?

Slide 34 - Open vraag

Opdracht
Maak een schema van de 4 tekstverbanden, die je nu hebt geleerd. Zet per tekstverband de juiste signaalwoorden erbij.
Als je het af hebt, laat je het door mij controleren.

Slide 35 - Tekstslide

Vertel me hoe het ging. Waar moet je nog mee oefenen?
Gebruik minimaal 2 zinnen om antwoord te geven op deze vraag.

Slide 36 - Open vraag

Einde hoofdstuk 4.

Slide 37 - Tekstslide