In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
2VM
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Lezen hoofdstuk 4 opdracht 1
Cijfers fictie op magister, bespreken van de toets kan in Dalton.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welke manieren gebruikt de schrijver in de inleiding om de lezer te interesseren?
A
Vragen stellen
B
Het onderwerp aankondigen
C
Een deskundige aan het woord laten
D
Een kort grappig verhaaltje vertellen
Slide 4 - Quizvraag
Vul in waarnaar de volgende woorden verwijzen. ‘ze’ in regel 12 verwijst naar
Slide 5 - Open vraag
Vul in waarnaar de volgende woorden verwijzen. ‘het’ in regel 17 verwijst naar
Slide 6 - Open vraag
Wat is de kernzin van alinea 5?
A
Rond 5 procent van de bevolking heeft als kind weleens geslaapwandeld en is als slaapwandelaar midden in de diepe, droomloze slaap rechtop gaan zitten, gaan rondlopen en praten.
B
Er zijn zelfs slaapwandelaars die in hun slaap ingewikkelde dingen gaan doen, zoals de woonkamer veranderen, zich aankleden en eten klaarmaken.
C
In 2005 kroop een Brits meisje zelfs op een kraanwagen. Vaak gaan slaapwandelaars uit zichzelf weer naar bed om verder te slapen.
D
De volgende ochtend kunnen ze zich meestal niets herinneren van hun nachtelijke activiteiten.
Slide 7 - Quizvraag
Welke zinnen van alinea 3 geven de hoofdzaak weer?
Slide 8 - Open vraag
Wat is de kernzin van alinea 4?
A
Bovendien zijn er onderzoeken die erop wijzen dat migrainepatiënten vaker in hun slaap wandelen dan anderen.
B
Maar het zijn allemaal losse gedachtes en onderzoeken die geen totaalbeeld opleveren.
C
Eigenlijk hebben de wetenschappers geen idee wat nu echt de oorzaken van slaapwandelen zijn.
Slide 9 - Quizvraag
Is de laatste alinea een goede slotalinea?
Slide 10 - Open vraag
In de inleiding worden drie vragen gesteld. Beantwoord deze vragen met behulp van de informatie uit de tekst.