Regenwater bevat CO2, dit is een beetje zuur. Dit komt op gesteentes terecht. Deze gesteentes bevatten calciumcarbonaat (CaCO3). Als het regenwater hierop valt, lost het calciumcarbonaat op:
Calciumcarbonaat is slecht oplosbaar, dus dit noem je ook wel de kalkaanslag/ketelsteen.
Dus bij verwarming/waterkoker etc krijg je vorming van ketelsteen als je hard water gebruikt.
Nog een nadeel: er is meer zeep nodig bij het wassen.
Slide 27 - Tekstslide
Hard water zacht maken:
vooraf verhitten. Water koken en de gevormde ketelsteen verwijderen met schoonmaakazijn. Het water is zachter geworden.
ontharder toevoegen. Deze bevat een negatief ion dat met Ca2+ een neerslag veroorzaakt. De neerslag kun je vervolgens filtreren.
ionenwisselaar gebruiken. Vaste stof die aan het oppervlak negatief geladen is, hieraan zitten natrium-ionen. Calcium-ionen uit het water worden ingewisseld door natrium-ionen
ontharden met groene zeep. Groene zeep is oplossing van Na+ en C17H35COO-. Calciumionen uit water reageren: Ca2+ (aq) + 2 C17H35COO- (aq) --> Ca(C17H35COO)2 (s) Gevormde neerslag = kalkzeep. De calciumionen zijn dus nu verwijderd uit het water.