- Vertalen met één van de volgende woorden ervoor:
aan voor met door in op te
Voorbeeld: τῳ παιδι = voor het kind
- Soms ook verplicht achter bepaalde woorden: plus-woorden
Voorbeeld: ἐν + dativus (betekent 'in' of 'op')
Op het schip is dus: ἐν τῳ πλοιῳ
Nog een voorbeeld: βοηθει + dat. (hij helpt)
βοηθει τῳ τεκνῳ = hij helpt het kind
* een plus-woord kan dus ook bij een werkwoord!