Havo 1: spelling hoofdstuk 5
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Vul het juiste voltooid deelwoord in.
Ik heb net mijn veters goed ... (strikken).
Ik heb net mijn veters goed ... (strikken).
Slide 8 - Open vraag
Vul het juiste onvoltooid deelwoord in.
(Fluiten) ... huppelde mijn zusje op het speelplein.
(Fluiten) ... huppelde mijn zusje op het speelplein.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Is dit bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord of van een onvoltooid deelwoord gemaakt?
De wandelende kinderen
De wandelende kinderen
A
Voltooid deelwoord
B
Onvoltooid deelwoord
Slide 12 - Quizvraag
Is dit bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord of van een onvoltooid deelwoord gemaakt?
De gelakte nagels
De gelakte nagels
A
Voltooid deelwoord
B
Onvoltooid deelwoord
Slide 13 - Quizvraag
Is dit bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord of van een onvoltooid deelwoord gemaakt?
De voorbereidende actie
De voorbereidende actie
A
Voltooid deelwoord
B
Onvoltooid deelwoord
Slide 14 - Quizvraag
Is dit bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord of van een onvoltooid deelwoord gemaakt?
De gewonnen wedstrijd
De gewonnen wedstrijd
A
Voltooid deelwoord
B
Onvoltooid deelwoord
Slide 15 - Quizvraag
Is dit bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord of van een onvoltooid deelwoord gemaakt?
De fietsende scholieren
De fietsende scholieren
A
Voltooid deelwoord
B
Onvoltooid deelwoord
Slide 16 - Quizvraag
Is dit bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord of van een onvoltooid deelwoord gemaakt?
De gevonden oplossing
De gevonden oplossing
A
Voltooid deelwoord
B
Onvoltooid deelwoord
