Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H wg en ng
Lesplanning
* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige lessen
* theorie par. H wg / ng
* oefeningen
Lesdoel
Aan het eind van de
les kan/weet ik:
* wat de kenmerken en onderdelen zijn van een werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde.
* bepalen of een zin een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde heeft en kan ik deze aanwijzen.
timer
10:00
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
14 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lesplanning
* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige lessen
* theorie par. H wg / ng
* oefeningen
Lesdoel
Aan het eind van de
les kan/weet ik:
* wat de kenmerken en onderdelen zijn van een werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde.
* bepalen of een zin een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde heeft en kan ik deze aanwijzen.
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik vorige lessen
Slide 2 - Tekstslide
Gezegde
Wat is het verschil tussen een werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde?
Slide 3 - Tekstslide
Antwoord
Verschil wg en ng:
Werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp doet.
Naamwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp is of wordt.
Slide 4 - Tekstslide
par. H
Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
Slide 5 - Tekstslide
Gezegde
Wat iemand doet - werkwoordelijk gezegde
Kern van het gezegde = werkwoord
Wat iemand is/wordt - naamwoordelijk gezegde
Kern van het gezegde = naamwoord
Slide 6 - Tekstslide
Werkwoordelijk gezegde (wg)
alle werkwoorden in de zin
dus de pv en alle andere eventuele werkwoorden
aan het ... en te ... horen dan ook bij wg.
Slide 7 - Tekstslide
Naamwoordelijk gezegde (ng)
zegt iets over wat iemand is (of wordt of blijft).
bestaat uit één of meer werkwoorden en een naamwoord.
heeft altijd een koppelwerkwoord (kww) in de zin.
Slide 8 - Tekstslide
Naamwoordelijk gezegde (ng)
Ng bestaat uit:
Werkwoordelijk deel = kww + eventuele hww
Naamwoordelijk deel = eigenschap of toestand waaraan het onderwerp gekoppeld wordt (een zn of bn)
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld en redenering
Het zeewater is ontzettend koud.
Wat is het onderwerp?
ontzettend koud
ontzettend koud = naamwoordelijk deel
is = kww -> werkwoordelijk deel
Het zeewater / is / ontzettend koud.
Slide 10 - Tekstslide
Kww
Wat zijn de koppelwerkwoorden?
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht
Grammatica par. H
maken opdracht 2 en 3
Weet je iets niet?
Kijk eerst in de theorie, daarna mag je zachtjes overleggen met je buurman of -vrouw.
Klaar?
Begin alvast aan opdracht 4.
Na 10 minuten gaan we jullie antwoorden bespreken.
timer
10:00
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht
Maak opdracht 4 t/m 6
Slide 13 - Tekstslide
Schrijf op in je schrift
Ik kan het naamwoordelijk gezegde in een zin herkennen.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H wg en ng les 2
Maart 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zinsdelen ng
Januari 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Zww, hww en kww
Mei 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
D gezegde les 2
Februari 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Zinsdelen ng
April 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
NN 2 - Grammatica 2+3Z - naamwoordelijk gezegde
Januari 2023
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
3.8 grammatica woordsoorten
Januari 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden
Oktober 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1