Hoofdstuk 9 paragraaf 6 De Holocaust

De holocaust
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De holocaust

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk dia 1: Leg uit waarom de zin boven deze poort voor de Duitsers en de joden verschillend begrepen kon worden.

Slide 2 - Open vraag

Leerdoel: Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Racisme, discriminatie en genocide, in het bijzonder op de joden.’.

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Wat is de juiste volgorde?
A
Kristallnacht, Rassenwetten, Hitler aan de macht, begin volkenmoord
B
Hitler aan de macht, begin volkenmoord, Kristallnacht, Rassenwetten
C
Rassenwetten, begin volkenmoord, Kristallnacht, Hiter aan de macht
D
Hitler aan de macht, Rassenwetten, Kristallnacht, begin volkenmoord

Slide 5 - Quizvraag

Leg uit waarom veel Amerikanen niet konden voorstellen wat er in de kampen plaats had gevonden.

Slide 6 - Open vraag

Leg het verschil uit tussen een vernietigingskamp en een doorgangskamp.

Slide 7 - Open vraag

De ontdekking van de Holocaust
  • Met de verovering van landen in Oost-Europa ontdekken de Sovjets de eerste vernietingskampen. 
  • Met de verovering van het Duits grondgebied ontdekken de Amerikanen de eerste concentratie en vernietingskampen. 

Slide 8 - Tekstslide

De ontdekking van de Holocaust
  • Dit was in de geschiedenis nog nooit zo voorgekomen. Daarom was het voor de media en mensen in bijvoorbeeld de VS niet voor te stellen. 

De holocaust of de Shoah is te zien waar rascisme en discriminatie toe kunnen leiden. 

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit waarom antisemitisme door alle tijden heen voorkwam

Slide 10 - Open vraag

Antisemitisme
Antisemitisme bestond al voor de 20ste eeuw. Voorbeelden van antisemitisme naar Joden. 
  1. De kerk zag hun als de moordenaars van Christus. 
  2. In de middeleeuwen moesten zij in ghetto's leven. 
  3. Zij mochten geen ambacht beoefenen. Daardoor werden veel joden handelaar of geldwisselaar. Waardoor het beeld ontstond dat zij geldwolven waren. 
  4. Zij werden beschuldigd van het opeten van christelijke kinderen. 
  5. 14de eeuw werden er, tijdens de pestepidemie,pogroms uitgevoerd. 
  6. In veel steden werden joden vermoord omdat zij het drinkwater vergiftigd zouden hebben. 
Antisemitisme: Tegen de nakomeling van Sem: Dat zijn Joden, moslims en christenen. 

Slide 11 - Tekstslide

Antisemitisme
Vanaf de 19de eeuw kregen joden in veel landen gelijke burgerrechten. 

Oorzaak: In de middeleeuwen mochten Joden geen ambacht uitoefenen. 

Gevolg: Veel joden werkten nog steeds in de 19de eeuw kunst, wetenschap en zakenleven. 


Slide 12 - Tekstslide

Antisemitisme
  • In Rusland vluchtten veel joden naar het westen uit angst voor de pogroms. 
  • Mensen in het Westen gingen zich ergeren aan deze armoededzaaiers wat Antisemitisme nog verder versterkte. 

Slide 13 - Tekstslide

Antisemitisme
  • Sommige 'wetenschappen' versterkte het antisemitisme door de Rassenleer. 
  • Hierin werden de joden niet meer als godsdienst gezien, maar als geloof. Die een bedreiging zou vormen voor hun 'eigen' ras. 

Slide 14 - Tekstslide

Antisemitisme
  • Na de Eerste Wereldoorlog waren veel communisten joods. 
  • Zo kwam er nog een beeld bij dat de joden gevaarlijk revolutionair waren. 
  • Al deze negatieve beelden kwamen bij een in het antisemitisme van de nazi's. 
  • Volgens de nazi's was het kapitalisme en communisme onderdeel van een wereldwijd joods complot om het Germaanse ras te vernietigen. 

Slide 15 - Tekstslide

Noem 3 voorbeelden van antisemitische wetgeving nadat de nazi's aan de macht waren gekomen.

Slide 16 - Open vraag

Discriminatie
Na de machtovername van de nazi's in Duitsland werden de joden systematische getreiterd en gediscrimineerd: 
  1. Seks tussen joden en niet joden werd strafbaar. 
  2. Joodse ambtenaren werden ontslagen. 
  3. 9 op 10 november werden er pogroms uitgevoerd in heel Duitsland. Deze pogrom wordt nu de Kristallnacht genoemd. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Leg uit wat de Endlösung is.

Slide 19 - Open vraag

Genocide; volkerenmoord
  • Op 20 januari 1942 werd de Wansee-conferentie gehouden.
  • Hier werd gesproken over het 'Jodenvraagstuk' (de Endlösung). 
  • Besloten werd dat de Joden vernietigd moesten worden. 
  • Dit is het begin van de Holocaust.
  • Holocaust; de massavernietiging van bevolkingsgroepen.

Slide 20 - Tekstslide

Concentratie- en vernietingskampen 

Slide 21 - Tekstslide

Overzicht van werk-, doorvoer- en concentratiekampen
Kentekens van gevangenen in concentratiekampen

Slide 22 - Tekstslide

Selectie Auschwitz

Slide 23 - Tekstslide

Josef Mengele
  • Engel des Doods
  • Deed de selectie voor de gaskamers
  • Experimenteerde op de gevangenen 
  • Nooit gepakt

Slide 24 - Tekstslide






Een in het geheim door het verzet gemaakte foto van 
vrouwen die naar een gaskamer lopen

Slide 25 - Tekstslide


Zyklon B


  • Het was oorspronkelijk een bestrijdingsmiddel tegen ongedierte en bestond al vóór de oorlog.
  • Zyklon B bestaat uit korrels die verdampen (blauwzuur) als ze in contact komen met lucht.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Gaskamer

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Vernietiging
  1. Eind 1941 werd besloten om de joden te vergassen. 
  2. Begin 1942 werden er definitieve afspraken over gemaakt. 
  3. Daarvoor werden de joden opgesloten in concentratiekampen, waar zij slecht behandeld werden en zwaar werk moesten verrichten. Honderduizenden stierven. 
  4. In Polen kwamen speciale vernietigingskampen. In deze kampen werden de meeste gevangenen direct naar de gaskamers gestuurd. 
  5. In het voorjaar van 1943 reden de eerste treinen naar deze kampen. 
  6. Naast de joden werden ook anderen vergast zoals Roma en Sinti. 
  7. Uiteindelijk kwamen 6.000.000 joden om. 

Slide 30 - Tekstslide

Noem naast de joden nog 3 groepen die vervolgd werden door de nazi's.

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Video

Leerdoel: Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Racisme, discriminatie en genocide, in het bijzonder op de joden.’.

Slide 33 - Open vraag

Aan de slag: Huiswerk
  • Maken paragraaf 9.6
  • Nakijken paragraaf 9.6. 
  • Leren leerdoelen 9.6

Slide 34 - Tekstslide