Motivatie, doelen stellen, prioriteiten stellen

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag gaan we het met elkaar hebben over:
MOTIVATIE

Slide 2 - Tekstslide

motivatie

In Nederland zijn kinderen verplicht om naar school te gaan, of je school nu leuk vindt of niet. 
Een school kan heel leuk zijn; je leert er veel nieuwe dingen, je ontmoet nieuwe mensen en met een goede opleiding kun je later ook een leuke baan krijgen met een fijn salaris.

Slide 3 - Tekstslide

een voorbeeldje....
Je hebt geen zin om boodschappen te doen, totdat je ineens honger krijgt en er geen eten in huis blijkt te zijn.
 
Dan ben je ineens veel gemotiveerder om 
boodschappen te gaan doen, zodat je 
meteen iets lekkers kunt halen om te eten. 


Slide 4 - Tekstslide

Waarom leer jij?
Als je graag iets wilt bereiken, groeit jouw motivatie om in actie te komen.

Wat is jouw doel, wat zijn jouw motieven? 

  • open je laptop
  • ga naar LessonUp.app
  • voer de pincode in
  • geef antwoord op de volgende vragen


Slide 5 - Tekstslide

Ik ben verplicht om naar school te gaan
JA
NEE

Slide 6 - Poll

Wat is jouw belangrijkste reden om te leren?
Ik wil later rijk worden
Ik ben verplicht om naar school te gaan.
Ik wil een goede baan hebben.
Ik wil trots op mezelf kunnen zijn.
Ik wil status en macht hebben.
Het moet van m'n ouders.
Ik weet niet waarom ik zou moeten leren.
Ik wil meer dingen begrijpen.
Ik wil me bewijzen ten opzichten van m'n klasgenoten.

Slide 7 - Poll

aan de slag

  • pak je werkboek erbij
  • ga naar bladzijde 9 in je werkboek
  • op de onderste helft van de bladzijde ga je 6 zinnen  afmaken 
  • dit doe je alleen
  • daarna bespreken we het met de klas


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Vandaag gaan we het met elkaar hebben over:
DOELEN

Slide 10 - Tekstslide

terugblik vorige les: motivatie
Motivatie is belangrijk bij hoe jij over school denkt.
Jij bepaalt zelf wat je denkt, dus heb je invloed op hoe jij over school denkt. Motivatie kan jou helpen positiever over school en huiswerk te denken.

Als je gemotiveerd bent iets te doen, gaat alles wat meer vanzelf en makkelijker.

Slide 11 - Tekstslide

Motivatie kun je krijgen door bijvoorbeeld een aantal doelen voor jezelf te stellen,
dingen die je graag wilt bereiken,
iets waar je blij van wordt als je er aan denkt.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

waarom is doelen stellen belangrijk?
Van een goed gesteld doel kun je blij en enthousiast worden en krijg je zin om ermee aan de slag te gaan.


  • open je laptop
  • ga naar LessonUp.app
  • voer de pincode in 
  • geef antwoord op de volgende vraag

Slide 14 - Tekstslide

Jouw doel deze week is........?

Slide 15 - Open vraag

aan de slag

  • pak je werkboek erbij
  • ga naar bladzijde 10 in je werkboek
  • vul je doelen in
  • dit doe je alleen
  • daarna bespreken we het met de klas


Slide 16 - Tekstslide

je planagenda
1. In je planagenda staat elke maand een persoonlijke       
    groeitabel met daarin verschillende doelen

2. Pak de groeitabel van november erbij.

3. Vul in aan welke doelen je deze maand aandacht gaat 
     besteden

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Vandaag gaan we het met elkaar hebben over:
prioriteiten stellen

Slide 19 - Tekstslide

prioriteiten stellen
Je hebt in een week verschillende dingen te doen. Denk bijvoorbeeld aan huiswerk maken, sporten, de hond uitlaten of gamen.

Niemand kan alles doen wat hij of zij zou willen. Daar kun je stress van krijgen. 

Slide 20 - Tekstslide

Stress krijg je meestal niet van de dingen die je doet, maar door de dingen die je nog niet hebt gedaan of waar je nog niet aan bent begonnen.

Om stress te voorkomen moet je voor jezelf bepalen welke dingen belangrijk zijn en welke dingen minder belangrijk. 
Dat noem je prioriteiten stellen

Slide 21 - Tekstslide

prioriteitenkwadrant
belangrijk maar niet dringend
dingen zijn belangrijk maar je kunt ze ook plannen om later te doen
belangrijk én dringend
dingen die haast hebben, werk je meteen af.
niet belangrijk, wel dringend
dingen zijn niet belangrijk, maar moet je wel snel inplannen
niet belangrijk en 
niet dringend
Deze dingen zijn vaak wel leuk, maar kun je alleen doen als je nog tijd over hebt.

Slide 22 - Tekstslide

een paar vragen
Welke prioriteit geef je de volgende activiteit?
  • open je laptop
  • ga naar LessonUp.app
  • voer de pincode in 
  • geef antwoord op de volgende vragen

Slide 23 - Tekstslide

naar de voetbaltraining
A
belangrijk, dringend
B
belangrijk, niet dringend
C
niet belangrijk, wel dringend
D
niet belangrijk, niet dringend

Slide 24 - Quizvraag

morgen proefwerk
A
belangrijk, dringend
B
belangrijk, niet dringend
C
niet belangrijk, wel dringend
D
niet belangrijk, niet dringend

Slide 25 - Quizvraag

werkstuk over een week inleveren
A
belangrijk, dringend
B
belangrijk, niet dringend
C
niet belangrijk, wel dringend
D
niet belangrijk, niet dringend

Slide 26 - Quizvraag

een kletspraatje
A
belangrijk, dringend
B
belangrijk, niet dringend
C
niet belangrijk, wel dringend
D
niet belangrijk, niet dringend

Slide 27 - Quizvraag

je krijgt een appje met een vraag over huiswerk
A
belangrijk, dringend
B
belangrijk, niet dringend
C
niet belangrijk, wel dringend
D
niet belangrijk, niet dringend

Slide 28 - Quizvraag

een streak in je snapreeks plaatsen om deze niet te verbreken
A
belangrijk, dringend
B
belangrijk, niet dringend
C
niet belangrijk, wel dringend
D
niet belangrijk, niet dringend

Slide 29 - Quizvraag

naar de gitaarles
A
belangrijk, dringend
B
belangrijk, niet dringend
C
niet belangrijk, wel dringend
D
niet belangrijk, niet dringend

Slide 30 - Quizvraag

morgen een werkstuk inleveren
A
belangrijk, dringend
B
belangrijk, niet dringend
C
niet belangrijk, wel dringend
D
niet belangrijk, niet dringend

Slide 31 - Quizvraag

aan de slag

  • pak je werkboek erbij
  • ga naar bladzijde 11 in je werkboek
  • vul je eigen prioriteitenkwadrant in:                                                                          wat is voor jou dringend/niet dringend en belangrijk/niet belangrijk?
  • dit doe je alleen
  • daarna bespreken we het met de klas


Slide 32 - Tekstslide