In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Leesles 3
Oefenen met cito teksten
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Je krijgt twee teksten.
Je leest zometeen de eerste tekst.
Je beantwoord de vragen.
Vul je antwoord in in de lessonup.
We bespreken het meteen na.
Inloggen oefenprogrammaengels
Slide 2 - Tekstslide
Read text 3 (BB)
Superwoman saves boy
timer
1:50
Slide 3 - Tekstslide
Answer the questions
Superwoman saves boy
timer
3:50
Slide 4 - Tekstslide
3. Hoe reageerde de chauffeur van de auto? (alinea 1 Door de schrik...
A
hield hij zijn voet op de rem.
B
reed hij door na het ongeluk.
C
trapte hij het gaspedaal in.
Slide 5 - Quizvraag
4. Lisa probeerde Luke te helpen. Schrijf drie dingen op die ze deed voordat de ziekenwagen kwam. (alinea 2)
Slide 6 - Open vraag
5. Geef voor elk van de volgende beweringen over Luke aan of deze juist of onjuist is volgens alinea 3.
1. Hij werd vijf keer geopereerd. 2. Hij had veel snijwonden en blauwe plekken. 3. Hij mocht een week na het ongeluk weer naar huis. 4. Hij zal waarschijnlijk weer helemaal de oude worden.
A
1. juist 2. juist
3. juist 4. juist.
B
1. juist 2. juist
3. onjuist 4. juist.
C
1. onjuist 2. juist
3. onjuist 4. juist.
D
1. onjuist 2. onjuist
3. onjuist 4. juist.
Slide 7 - Quizvraag
Read text 3 (KB)
Come to Cornwall...
timer
3:00
Slide 8 - Tekstslide
Answer the questions
Come to Cornwall...
timer
10:00
Slide 9 - Tekstslide
4. After more than 40 years fisherman Mally Toms will try something new. What will this be according to paragraph 1?
A
He will be catching sharks in another part of the sea.
B
He will be involved in a tourist attraction with his fishing boat.
C
He will have modern fishing equipment to work with.
Slide 10 - Quizvraag
5. 'the chance to come nose to snout'(paragraph 2) Schrijf een deel van een zin uit alinea 2 over, waarin wordt uitgelegd wat hiermee bedoeld wordt.
Slide 11 - Open vraag
6. Geef bij elke bewering over de 'cage-diving trips' aan, welke juist en welke onjuist is volgens alinea 3.
A
1. juist 2. onjuist 3. juist 4. juist
B
1. onjuist 2. juist 3. onjuist 3. 4. onjuist
C
1. juist 2. juist 3. juist 4. onjuist
D
1. onjuist 2. juist 3. onjuist 4. juist
Slide 12 - Quizvraag
7. Kies bij __7__ in alinea 4 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
because
B
but
C
so
Slide 13 - Quizvraag
8. Noem twee redenen die Richard Pierce in alinea 5 geeft voor het opzetten van duikexcursies in Cornwall.
Slide 14 - Open vraag
9. De visser Mally Toms is in alinea 6 wel positief over de duikexcursies. Citeer een zin of deel van een zin uit het begin van de tekst waaruit blijkt dat hij eerst niet zo positief was.