H1 Nigeria §4 les 1

Welkom!
Huiswerk volgende week:
Tekenen het ontstaan van de Aso vulkaan. (zie opdracht in magister)

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Huiswerk volgende week:
Tekenen het ontstaan van de Aso vulkaan. (zie opdracht in magister)

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: Nigeria
§4 Les 1
Lesplanning:
  • Instructie §4
  • Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Armoede cirkel
Mensen in ontwikkelingslanden zitten gevangen in een vicieuze cirkel, een probleem waar men niet meer uit komt. Een voorbeeld: mensen zijn arm, eten daardoor te weinig gezond voedsel en worden daardoor ziek, en doordat ze ziek zijn, kunnen ze niet werken en geen geld verdienen. Hierdoor blijven ze dus arm.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Interne en externe factoren
Bij het zoeken naar oplossingen moet je kijken naar twee soorten factoren.

  1. Interne factoren zijn factoren in de ontwikkelingslanden zelf, zoals het bestuur en het beleid, de sociale structuur, de infrastructuur en de snelle bevolkingsgroei.
  2. Externe factoren zijn factoren buiten de ontwikkelingslanden, vooral veroorzaakt door de rijke landen. Die landen geven wel hulp in de vorm van ontwikkelingssamenwerking, maar zorgen er ook voor dat producten van arme landen niet in de rijke landen kunnen worden ingevoerd. Rijke landen beschermen hun eigen producenten.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Waar liggen de oorzaken?
Bij het zoeken naar oplossingen moet je kijken naar twee soorten factoren.

  1. Interne factoren zijn factoren in de ontwikkelingslanden zelf, zoals het bestuur en het beleid, de sociale structuur, de infrastructuur en de snelle bevolkingsgroei.
  2. Externe factoren zijn factoren buiten de ontwikkelingslanden, vooral veroorzaakt door de rijke landen. Die landen geven wel hulp in de vorm van ontwikkelingssamenwerking, maar zorgen er ook voor dat producten van arme landen niet in de rijke landen kunnen worden ingevoerd. Rijke landen beschermen hun eigen producenten.

Slide 7 - Tekstslide

Is een hoog % corruptie in een land een interne of externe factor?
A
Interne factor
B
Externe factor

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kan een staat zich ontwikkelen?
  1. Ontwikkelingssamenwerking
  2. Vrije wereldhandel
  3. Buitenlandse investeringen
  4. Werken in het buitenland 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen ontwikkelingshulp en ontwikkelingssamenwerking

Slide 10 - Tekstslide

Ontwikkelingssamenwerking

Rijke landen helpen Nigeria om de levensomstandigheden in het land te verbeteren. Je noemt dat ontwikkelingshulp. Vroeger stuurden rijke landen vooral geld, voedsel, machines en artsen, en bouwden ze er scholen en ziekenhuizen. De rijke landen bepaalden toen wat de beste oplossingen waren voor de problemen in Nigeria. Tegenwoordig werken rijke en arme landen meer als gelijke partners samen. Nigeria maakt zelf ontwikkelingsplannen en rijke landen ondersteunen het land daarbij met advies en geld. Dat noem je ontwikkelingssamenwerking. Nigeria krijgt steun van verschillende kanten. 
Regeringen van rijke landen steunen de Nigeriaanse overheid met geld. Sommige landen geven Nigeria direct geld. Directe hulp van het ene land aan het andere heet bilaterale hulp. Andere landen geven hun geld liever aan organisaties als de VN, die het daarna verdelen over verschillende ontwikkelingslanden. Dat heet multilaterale hulp

Slide 11 - Tekstslide

Ontwikkelingssamenwerking

Ook internationale hulporganisaties zoals Cordaid en Oxfam Novib geven hulp, bijvoorbeeld bij het slaan van waterputten of het opvangen van straatkinderen. Zulke organisaties zijn niet-gouvernementele organisatie: organisaties die onafhankelijk van de overheid (Engels: government) werken. 
● De derde bron van hulp zijn allerlei bedrijven en organisaties die ontwikkelingshulp niet als hoofddoel hebben, maar zich er wel mee bezighouden. In de Nigerdelta helpt oliebedrijf Shell bijvoorbeeld bij het bouwen van scholen en het aanleggen van waterleidingen. 
■ Ontwikkelingshulp is soms omstreden. Hoeveel geld verdwijnt bijvoorbeeld in de zakken van corrupte politici? Hoeveel geld van hulporganisaties gaat op aan lonen van medewerkers? En helpen bedrijven niet alleen zodat ze zelf meer producten kunnen verkopen? Andere manieren om arme landen te helpen zich economisch te ontwikkelen zijn misschien veel effectiever.

Slide 12 - Tekstslide

Ontwikkelingssamenwerking
Vroeger
Ontwikkelingshulp; hulp van rijke landen om de  levensomstandigheden te verbeteren.
Tegenwoordig
Ontwikkelingssamenwerking; rijke landen steunen arme landen bij het maken van ontwikkelingsplannen. De arme landen bepalen zelf het hoe het geld besteed wordt. 

Slide 13 - Tekstslide

Wie geven hulp?
Landen:
- bilaterale hulp: directe giften van ene land aan andere land
- multilaterale hulp: van ene land naar VN naar ontwikkelingsland.

Non-gouvermentele organisaties (NGO's):
Hulporganisaties die onafhankelijk van de overheid werken. 

Bedrijven:
Bedrijven uit alle sectoren doen ook aan hulpprojecten. Dit is niet hun hoofddoel, maar wel onderdeel van de bedrijfsvoering. 

Slide 14 - Tekstslide

Welke NGO's ken jij?

Slide 15 - Woordweb

Soorten hulp
Noodhulp: 
Hulp bij rampen om in leven te blijven.

Structurele hulp (of duurzame hulp):
Hulp waar een land blijvend iets aan heeft.



Slide 16 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van structurele hulp

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Welk begrip past het best bij het Trouw artikel?
A
Non-gouvermentele organisaties (NGO's)
B
Structurele hulp
C
Bilaterale hulp
D
Multilaterale hulp

Slide 21 - Quizvraag

Ontwikkelingssamenwerking is soms omstreden
  • Hoeveel geld verdwijnt bijvoorbeeld in de zakken van corrupte politici
  • Hoeveel geld van hulporganisaties gaat op aan lonen van medewerkers
  • En helpen bedrijven niet alleen zodat ze zelf meer producten kunnen verkopen?

Slide 22 - Tekstslide

Zou jij op een partij stemmen die geen, hetzelfde of meer ontwikkelingshulp wilt geven?
A
Geen geld naar ontwikkelingshulp
B
Dezelfde hoeveelheid geven aan ontwikkelingshulp
C
Meer geld naar ontwikkelingshulp
D
Mij maakt het niet uit waar mijn belastingsgeld heen gaat

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag!
Maken in online werkboek H1 §4 opdr. 1 t/m 3

Slide 24 - Tekstslide