Klas. 1 H/V/G H3: Par. 5

Hoofdstuk 3 - Arm en rijk
Paragraaf 5: Armoede bestrijden
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 - Arm en rijk
Paragraaf 5: Armoede bestrijden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen





- Ik weet wat ontwikkelingshulp en -samenwerking zijn
-Ik  kan enkele hulporganisaties noemen
- Ik  weet welke soorten ontwikkelingshulp er zijn
- Ik  begrijp waarom ontwikkelingssamenwerking moeizaam kan verlopen


Slide 2 - Tekstslide

Hulp aan arme landen

● Noodhulp
    - hulp bij een ramp
Ontwikkelingshulp
    - armoede bestrijden
Ontwikkelingssamenwerking
    - in overleg met arme landen
    - geld, goederen, kennis
    - rijke en arme landen worden meer gelijkmatige partners



Slide 3 - Tekstslide

Noodhulp Mozambique
 Hulp bij een natuurramp of oorlog.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Wie geven er ontwikkelingshulp?

  • Rijkere landen
    - Europese Unie
    - Verenigde Naties
    - UNICEF
    - Wereldbank
Niet-gouvernementele organisaties (ngo’s)
    - War Child
    - Aidsfonds
  • Bedrijven

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Europese Unie
    - allerarmste landen
    - hulp op veel gebieden
    - verbetering van de economie
Bedrijven
    - bijvoorbeeld installaties voor waterzuivering
Wereldbank
    - hulp op veel gebieden
NGO’s 
    - hulp op veel gebieden
    - thema’s, zoals aids of gehandicapte kinderen
Microkredieten
    - Kleine leningen voor een bedrijfje

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hobbels bij ontwikkelingssamenwerking

Cultuurverschillen
    - verhoudingen tussen mannen en vrouwen
Gebrek aan kennis
    - onderhoud en reparatie (bijv. waterzuivering)
    - wantrouwen (bijv. inentingen)
Slechte infrastructuur
    - bereikbaarheid 


Slide 11 - Tekstslide

microkrediet

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Organisatie 
Bilaterale hulp: rechtstreekse hulp. Nederlandse regering steunt regering in Ethiopië. 
Multilaterale hulp: via samenwerking en organisaties 
 

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!

- Bestuderen: paragraaf 3.5
- Maken opdrachten: alles


- Verrijking: Par. 3.9 Spanje
 (mag je uitspreiden over 3 weken)
- Extra oefening: Flitskaarten par. 3.7 en 3.8


timer
6:00

Slide 15 - Tekstslide

Met welke hulp kun je armoede beter bestrijden?
A
Ontwikkelingshulp
B
Ontwikkelingssamenwerking

Slide 16 - Quizvraag

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. Als het gaat om hulp bij de voedselvoorziening in Nigeria, krijgt het land vooral noodhulp. 
2. Nigeria en andere Afrikaanse landen spelen in de wereldhandel vooral de rol van grondstofleverancier.
3. Een goed onderwijssysteem is een externe factor voor ontwikkeling.
4. Ontwikkelingshulp wordt alleen door regeringen gegeven.
Beoordeel de stellingen. 
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Juist

Juist

Juist

Juist

1
2
3
4

Slide 17 - Sleepvraag

Welke hulp is niet gericht op het bestrijden van armoede?
A
Microkrediet
B
Noodhulp
C
Ontwikkelingshulp
D
Ontwikkelingssamenwerking

Slide 18 - Quizvraag

Hulp zonder inspraak
Hulp in overleg
Samenwerking tussen twee landen
Samenwerking via de VN
Samenwerking via Oxfam
Ontwikkelingshulp
Ontwikkelingssamenwerking
Bilaterale hulp
Multilaterale hulp
niet gouvernementele organisaties

Slide 19 - Sleepvraag

Wat bedoelen we met
'bilaterale hulp'?
A
Hulp van de Verenigde Naties
B
Hulp voor en door meerdere landen
C
Hulp tussen twee landen onderling
D
Hulp voor economische zelfstandigheid

Slide 20 - Quizvraag

De EU geeft Nigeria jaarlijks geld als steun. Dit is een voorbeeld van...
A
Noodhulp
B
Bilaterale hulp
C
Multilaterale hulp

Slide 21 - Quizvraag

Een autofabriek van bijvoorbeeld Volkswagen in Nigeria is vorm van:
A
Bilaterale hulp
B
Multilaterale hulp
C
Een Buitenlandse investering
D
Ontwikkelingssamenwerking

Slide 22 - Quizvraag