1KGT grammatica werkwoordsvormen

werkwoordsvormen 

kader brugklas
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

werkwoordsvormen 

kader brugklas

Slide 1 - Tekstslide

10 minuten lezen
Op het bord zie je de timer.

Leest er iemand niet?
De timer start opnieuw!

Veel plezier!
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les:
  • kan je de persoonsvorm, het hele werkwoord en het voltooid deelwoord in de zin vinden.

Slide 3 - Tekstslide

persoonsvorm
Er zijn twee manieren om de persoonsvorm te vinden:
1. Maak de zin vragend.
Ik loop naar school --> Loop ik naar school?

2. Verander de tijd in de zin.
Ik loop naar school --> Ik liep naar school.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?

Elke dag maakt Klaas zijn huiswerk
A
elke
B
dag
C
maakt
D
Klaas

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?

Hoe was de eerste week op Sprengeloo?
A
Hoe
B
was
C
eerste
D
Sprengeloo

Slide 6 - Quizvraag

hele werkwoord en voltooid deelwoord
Het hele werkwoord is ook wel de wij-vorm.
Voltooid deelwoorden noemen we ook de ge- be- en ver- woorden.

lopen --> infinitief                 gelopen --> voltooid deelwoord
eten --> infinitief                  gegeten --> voltooid deelwoord

Slide 7 - Tekstslide

Maak een zin met een
voltooid deelwoord

Slide 8 - Woordweb

Maak een zin met
een infinitief

Slide 9 - Woordweb

Zelfstandig werken
  • Kijk op je weektaak welke opdrachten je moet maken.
  • Je mag fluisterend overleggen met je buurman/buurvrouw.
  • Kijk je opdrachten ook na.
  • Heb je iets af? Laat het aftekenen.

Slide 10 - Tekstslide