Grammatica hoofdstuk 2.7: les 3 neven / onderschikkend en wg

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je leerwerkboek A open op pagina 128
  
• je leesboek
• je schrift

Les 3

Planning

• Testje theorie 1.7/2.7
• Uitleg wg met wkww
• Werkmoment
• Vooruitblik

Een samengestelde zin heeft

1. 1 persoonsvorm
2. 2 persoonsvormen
3. 2 of meer persoonsvormen
4. 0 persoonsvormen

Welke combinatie kan NIET voorkomen?

1. hz - hz - bz
2. bz - bz - hz
3. bz - bz
4. hz - hz

Ik ben blij, want het is bijna weekend.
soort zin?

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin

Ik ben blij, want het is bijna weekend.
soort zin?

1. nevenschikking
2. onderschikking

Ik ben blij!

1. wg: ben
2. ng: ben
3. wg: ben blij
4. ng: ben blij

Een vriend gaf Marieke een mooi cadeau.
lv =

1. een vriend
2. gaf
3. Marieke
4. een mooi cadeau

Met deze brommer rijdt de jongen naar school.
bwb =

1. geen bwb
2. met deze brommer
3. naar school
4. b en c zijn bwb

Gisteren heb ik een nieuwe telefoon ontvangen bij die te gekke winkel.

1. enkelvoudige zin
2. nevenschikkende zin
3. onderschikkende zin

Als ik nu veel doe, dan hoef ik in de vakantie niets meer te doen.
soort verband?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. keuze
4. voorwaarde

Vragen?

Over 1.7 of 2.7

Leerdoelen 2.7 Grammatica

Na deze paragraaf:

• weet je wat een nevenschikking is;
  
• weet je wat een onderschikking is;
• kun je het wg met wederkerende werkwoorden benoemen.

p. 132/133

WG meer dan werkwoorden

Wederkerend werkwoord (wkww) p. 138

• Wederkerend werkwoord is een werkwoord waar 'zich' bij de infinitief hoort. Bijvoorbeeld: zich gedragen, zich schamen.
• Zich = wederkerend voornaamwoord (wvn)
• Dat deel hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde.
• Let op! Wederkerend voornaamwoord heeft verschillende vormen........

Vormen wederkerend voornaamwoord

Ik schaam me

Jij wast je

U vergist zich

Hij/zij/het gedraagt zich

Wij schamen ons

Jullie wassen je

Zij vergissen zich

Wederkerend voornaamwoord past zich aan het onderwerp aan.

Weet je het niet?

Gebruik Piet!

Maken

Paragraaf 2.7

• Werk in je leerwerkboek.
• Kijk zelf na. Vragen?
• Opdrachten les 1: 1, 4 en 6 af en nagekeken?
• Opdrachten les 2: 9, 10 en 13.
• Oefen met onderdelen die je lastig vindt => extra opdracht.

Vooruitblik

Na de vakantie weer verder met 3.7.