WG meer dan alleen werkwoorden!
1. een voorzetsel bij een
splitsbaar werkwoordVarun eet zijn broodje op. WG = eet op2. het woordje ‘te’
Isa zit in haar stoel te slapen. WG = zit te slapen
3. de woorden ‘aan het’
Martin is aan het gamen. WG= is aan het gamen
4. het woordje ‘zich’ (of vorm van) bij een wederkerend werkwoord NIEUW