4.4 De Macht Van Vorsten deel 1 moi

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 4: Steden en Staten 

Paragraaf 4 De macht van de vorsten

Doel van de les

P4 De Macht van Vorsten

Je leert: 

hoe Engelse, Franse en Bourgondische vorsten (koningen) machtiger werden.

Begrippen:

vorst, ambtenaren, staatsvorming, centralisatie, hofhouding

Wat waren kruistochten?

Kruistochten

Gewapende tochten van christenen om land op niet- christenen te veroveren > Jeruzalem, Heilige Land.

Wat was het gevolg van de kruistochten?

Gevolgen kruistochten

- Strijd tussen christenen en moslims

- Handel tussen Midden-Oosten en Europa 

(suiker, papier en katoen)

De macht van de vorsten

Drie Vorsten

Vorst of vorsten een ander woord voor koning of koningen 

Frankrijk: Koning Lodewijk IX

p4

De koningen werden steeds machtiger en rijker. 

Dit had te maken met de opkomst van steden. Koningen:

• verkochten stadsrechten
• verdienden veel geld aan belastingen

Koninklijk paleis in Parijs (geschilderd rond 1412)

Wat wilden de steden terug voor de hulp aan de koning?

1. Geld
2. Stadsrechten
3. Grond
4. Voedsel

P4

Dit geld gaf de Franse vorst uit aan;

• Ambtenaren =

Mensen in dienst van de koning die helpen bij het besturen

• Een eigen leger
• Vanaf 1337 verovert Engeland grote delen van Frankrijk ->

Slag bij Maupertuis, 1356 (geschilderd omstreeks 1475)

P4

Vanaf 1453 is Engeland verdreven uit heel Frankrijk. 

• de Franse en Engelse koningen gingen hun land meer als één staat besturen = staatsvorming

Slag bij Maupertuis, 1356 (geschilderd omstreeks 1475)

P4

Staatsvorming

• De koningen maakten wetten voor het hele land
• Deze landelijke wetten werden belangrijker dan lokale wetten
  
  

Bijvoorbeeld: De wetten die gelden voor Frankrijk zijn belangrijker dan de weten in Parijs

P4

Staatsvorming

De koningen maakten van hun land één staat met één bestuur

De koningen maakten van hun land één staat met één bestuur.

1. juist
2. onjuist

De koningen maakten van hun land één staat met één bestuur, dit noemen we staatsvorming.

1. juist
2. onjuist

Filmpje

Centraal geregeld

P4

Net als bij 112 wilden koningen alles centraal gaan regelen;

• Met geld van steden kon hij soldaten en ambtenaren regelen
• Met hen bestuurde hij het land vanuit de hoofdstad
• Dit besturen vanuit één centrale plek is centralisatie

Centralisatie

Aan de slag

Lees in je tekstboek blz. 50 drie vorsten.

Maak in je werkboek blz. 68 en 69 vraag 1 t/m 4

Ben je klaar:

• Maak begrippenkaartjes 
• Kijk je wb na met het antwoordenblad.