Dementie en Onbegrepen gedrag.

Onbegrepen gedrag bij mensen met dementie
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Onbegrepen gedrag bij mensen met dementie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma Les 
Lesdoelen.
Woordweb.
Stadium Dementie
Opdracht.
Wat is onbegrepen gedrag?
Oorzaken?
Gedragscategorieën.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen.
Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen wat onbegrepen gedrag is.
Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen wat onbegrepen gedrag veroorzaakt.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onbegrepen gedrag

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stadia van dementie (1)
  • Stadium 1: beginnende dementie: minimale veranderingen, 'de bedreigde ik'
  • Stadium 2: matig ernstige dementie: vergeetachtig, verlies zelfvertrouwen, besef van achteruitgang, haalt heden en verleden soms door elkaar, 'de verdwaalde ik'

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadia van dementie (2)
  • Stadium 3: ernstige dementie: leeft in verleden, vaak jonge versie van zichzelf, moeite zich verbaal te uitten, volledig afhankelijk van anderen. Desoriëntatie tijd, plaats en persoon. 'de verborgen ik'
  • Stadium 4: ernstige dementie: interactie is beperkt, nauwelijks lopen, foetushouding, 'de verzonken ik'

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dementie
A
Naam voor combinatie van symptomen
B
verwerking van informatie hersenen verstoord
C
Verzamelnaam voor ziekte aan de hersenen
D
Pijn in het hoofd

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dementie is
A
vaak goed te genezen
B
soms te genezen
C
niet te genezen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen in Nederland hebben dementie?
A
Minder dan 100.000
B
Meer dan 200.000
C
Minder dan 200.000
D
Meer dan 1.000.000

Slide 9 - Quizvraag

Op basis van bevolkingsonderzoek zijn er in 2021 in Nederland naar schatting 290.000 mensen met dementie. De verwachting is dat door de vergrijzing dit aantal in de toekomst zal stijgen naar meer dan 500.000 in 2040 en ruim 620.000 in 2050
stadium 1 
stadium 2
stadium 3
stadium 4
Beginnende dementie

bedreigde ik
Matig ernstige dementie

verdwaalde ik
Ernstige dementie: deels afhankelijk

verborgen ik
Ernstige dementie: helemaal afhankelijk

verzonken ik

Slide 10 - Sleepvraag

Bespreek:
- Per stadium wat de zorgvrager nog wel kan en wat niet.
- Welke begeleiding heeft de zorgvrager per stadium nodig?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 dingen wat je is opgevallen aan de foto.

Slide 12 - Open vraag

wat valt je aan de antwoorden op? 

we kijken allemaal anders naar cliënten.
Probleemgedrag = Onbegrepen gedrag
Alle gedrag dat gepaard gaat met lijdensdruk of gevaar voor de persoon met dementie of voor mensen in zijn of haar omgeving

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van onbegrepen gedrag 
  • Verbale agressie.
            bv; schreeuwen, schelden, pesten, boze gezichtsuitdrukking, bepaalde houdingen, sarcasme of cynisme
  • Fysieke agressie.
           bv; slaan, knijpen, bijten, duwen, stompen,
                  spugen enz.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van onbegrepen gedrag

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Factoren die meespelen bij agressie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedragscategorieën 
  • Psychotisch gedrag
  • Depressief gedrag
  • Angstig gedrag
  • Geagiteerd gedrag
  • Apathisch gedrag 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychotisch gedrag
  • Wanen en hallucinaties 
  • Lijdensdruk hangt samen met inhoud
  • Zeer belastend en beangstigend
  • Kan leiden tot ontregeld gedrag 
  • Gevaar veroorzaken

Slide 18 - Tekstslide

Psychotisch gedrag bestaat uit wanen en/of hallucinaties. Wanen zijn overtuigingen en aannames die niet op waarheid berusten en niet te corrigeren blijken. Bij hallucinaties ziet, voelt, hoort, proeft of ruikt iemand dingen die er niet zijn.
Depressief gedrag
  • Onderscheid depressief gedrag (40-50%)  en depressieve stemmingsstoornis (10-20 %)
  • Moeilijke diagnose door overlap depressie en dementie
  • Mensen kunnen moeilijk aangeven wat ze voelen
  • Uiten in DSM criteria, maar ook in sociale isolatie/ terugtrekken en prikkelbaarheid
  • Vermindert kwaliteit van leven, zelfverwaarlozing, doodswensen, belasting verwanten en begeleiders

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Angstig gedrag
  • Meest voorkomende problemen (8 - 71 % angstsymptomen/ 5-21 % angststoornis)
  • Komt vaak voor in combinatie met andere vormen van probleemgedrag
  • Gaat samen met ernstige functionele beperkingen
  • Verminderd sociaal functioneren
  • Verhoogt kans op opname verpleeghuis
  • Verlaagt kwaliteit van leven 
  • Belastend voor naasten, mantelzorgers en begeleiders

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geagiteerd gedrag
  • Naam voor verschillende soorten rusteloos of prikkelbaar gedrag. 
  • Fysiek of verbaal
  • Agressief of niet-agressief
  • Nachtelijke onrust
  • Verschillende factoren (aard en ernst dementie, pijn, fysiek ongemak, delier, psychose, angst of depressie. onvoldoende aansluiting bij specifieke behoefte)
  • Lagere kwaliteit van leven
  • Meer psychofarmaca/ vrijheidsbeperkende maatregelen 
  • Grotere belasting zorgverleners en verwanten

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nachtelijke onrust
  • Leidt tot uitputting mantelzorg waardoor versnelling opname.
  • uitputting zorgvrager.
  • Cognitieve, affectieve en fysieke negatieve gevolgen 

Slide 22 - Tekstslide

Affectieve = stemming en emoties
Apathisch gedrag
  • Verminderd initiatief
  • Verminderde bereidheid tot deelname activiteiten
  • Minder interesse 
  • Emotionele afvlakking
  • Leidt tot conditieverlies, sociale isolatie en zelfverwaarlozing 
  • Verminderde kwaliteit (niet in laatste fase)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

even stoppen op 1. 07
is dit een goede manier? 
wat zou jij doen?
Welke uiting hoort niet bij fysieke agressie
A
slaan
B
duwen
C
boze gezichtsuitdrukkingen
D
spugen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel gedragscategorieën zijn er
A
4
B
6
C
2
D
5

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen met dementie hebben onbegrepen gedrag?
A
40 tot 50 %
B
60 tot 70 %
C
70 tot 80 %
D
80 tot 90 %

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is probleemgedrag ook wel onbegrepen gedrag ?
A
Alle gedrag van de zorgvrager dat door zorgverleners als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren
B
Alle gedrag van de zorgvrager dat door de omgeving als een probleem wordt ervaren
C
Alle gedrag van de zorgvrager dat door de zorgvrager zelf als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 28 - Quizvraag

Onder probleemgedrag, ofwel 'onbegrepen gedrag', verstaan we alle gedrag van de cliënt dat door deze cliënt en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren. Veel probleemgedrag is afhankelijk van de situatie, de persoonlijkheidskenmerken van de cliënt zelf en de mensen om hem of haar heen.
Onbegrepen gedrag van een cliënt komt altijd door psychische problemen van de cliënt, zoals slaapproblemen, angsten, wanen of een psychose.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Onbegrepen gedrag kan door veel dingen veroorzaakt worden. We noemen er een paar:
- Fysieke factoren: pijn, blaasontsteking, obstipatie, slikproblemen
- Psychische factoren: psychose, angststoornissen, wanen, slaapproblemen
- Omgevingsfactoren: gedrag van medebewoners, bouwkundige beperkingen (bijv. weinig bewegingsruimte, geen binnentuin), onrustige omgeving, bejegening
Zijn er nog vragen over?

Lesstof?
Eindopdrachten.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie Lesdoelen.
Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen wat onbegrepen gedrag is.
Aan het einde van de les kunnen jullie vertellen wat onbegrepen gedrag veroorzaakt.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie les 
Hoe vonden jullie de les?
Tips & Tops.

Volgende week laatste les.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies