Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Nederlands via Vervolg thema 5, hoofdstuk 2
Thema 5: vakantie
H2 spelling en grammatica
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
In deze les zitten
14 slides
, met
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Thema 5: vakantie
H2 spelling en grammatica
Slide 1 - Tekstslide
Doel van deze les
* je kan leestekens in zinnen plaatsen
* je kunt samenstellingen maken uit meerdere woorden en deze schrijven.
Slide 2 - Tekstslide
Leestekens
Leestekens zijn tekens die je helpen om zinnen goed te lezen.
De komma
( , ) is het leesteken dat aangeeft dat je even moet pauzeren tijdens het lezen van een zin.
Je plaatst deze tussen
twee persoonsvormen
die naast elkaar in de zin staan.
VB: Als het meisje zwemt, voelt zij zich gelukkig.
Slide 3 - Tekstslide
De komma
Je plaatst een komma bij
een opsomming
. Eem opsomming betekent dat er meerdere dingen na elkaar worden genoemd.
- Francien gaat naar Spanje, Frankrijk of Italië.
Slide 4 - Tekstslide
dubbele punt
De
dubbele punt
( : ) geeft aan dat je even moet pauzeren tijdens het lezen. Je plaatst een dubbele punt
voor een opsomming
.
- Ik neem veel spullen mee op studiereis: mijn lesboek, een toilettas, mijn gymschoenen en een trui.
Slide 5 - Tekstslide
Samenstellingen
Een woord dat is opgebouwd uit meerdere woorden, noem je een samenstelling.
Een samenstelling moet je aaneenschrijven.
Aaneenschrijven is aan elkaar vast schrijven.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
voorbeelden:
vakantie + pret =
vakantiepret
reis + budget =
reisbudget
tent + stok =
tentstok
Slide 8 - Tekstslide
Koppelteken (-)
Je zet een koppelteken (-) tussen de woorden van een samenstelling als twee klinkers die achter elkaar staan samen een andere klank vormen.
Slide 9 - Tekstslide
voorbeelden:
vakantie en uittocht =
vakantie-uittocht
cadeau en idee =
cadeau-idee
auto en onderdelen=
auto-onderdelen
Slide 10 - Tekstslide
Koppelteken (-)
je gebruikt een koppelteken tussen woorden van een samenstelling als één van die woorden uit een afkorting bestaat.
Ook als er een aparte letter of een symbool in de samenstelling staat, gebruik je een koppelteken.
Slide 11 - Tekstslide
voorbeelden:
tv-programma
S-bocht
€-teken
Slide 12 - Tekstslide
Tussenletter
Tussenletter -er of -en (kalverliefde of kippenfokkerij
Tussenletter -e (groentesoep of maneschijn)
Tussenletter -s (meningsverschil)
Slide 13 - Tekstslide
Aan het werk
Boek: Opdracht 1, 2, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 14 en 15 (vanaf blz. 121)
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Nederlands via Vervolg thema 5, hoofdstuk 2
February 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
Via Vervolg 1F Deel B thema 5 H2 Spelling & grammatica
February 2025
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 3
Via Vervolg 1F Deel B thema 5 H2 Spelling & grammatica
December 2024
- Les met
19 slides
Via vervolg: thema 5, hoofdstuk 2.
12 days ago
- Les met
35 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3,4
Lesstof PW Spelling M3
January 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Stof SO spelling 2V 2324
January 2024
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Herhalingsles voor de toets
January 2025
- Les met
16 slides
Burgerschap
Speciaal Onderwijs
Leerroute 4
Stof SO spelling 2h 2425
March 2025
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2