Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Nederlands via Vervolg thema 5, hoofdstuk 2
Thema 5: vakantie
H2 spelling en grammatica
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
In deze les zitten
16 slides
, met
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Thema 5: vakantie
H2 spelling en grammatica
Slide 1 - Tekstslide
Doel van deze les
* je kan leestekens in zinnen plaatsen
* je kunt samenstellingen maken uit meerdere woorden en deze schrijven.
Slide 2 - Tekstslide
Leestekens
Leestekens zijn tekens die je helpen om zinnen goed te lelzen.
De komma
( , ) is het leesteken dat aangeeft dat je even moet pauzeren tijdens het lezen van een zin.
Je plaatst deze tussen
twee persoonsvormen
die naast elkaar in de zin staan.
VB: Als het meisje zwemt, voelt zij zich gelukkig.
Slide 3 - Tekstslide
De komma
1. Tussen
twee persoonsvormen
(werkwoorden)
Als het meisje
zwemt, voelt
zij zich heel gelukkig.
werkwoord = doe woord!
Slide 4 - Tekstslide
De komma
Je plaatst een komma bij
een opsomming
. Eem opsomming betekent dat er meerdere dingen na elkaar worden genoemd.
- Francien gaat naar
Spanje, Frankrijk of Italië.
Ik eet graag patat, pizza, pasta en snoep.
Slide 5 - Tekstslide
De komma
Je plaatst een komma
voor
een voegwoord!
Voegwoorden
verbinden twee zinnen.
Voegwoorden zijn:
omdat, doordat, wanneer, zoals, maar, want en dus
Het regent,
dus
ik ga niet naar school fietsen
Slide 6 - Tekstslide
dubbele punt
De
dubbele punt
( : ) geeft aan dat je even moet pauzeren tijdens het lezen. Je plaatst een dubbele punt
voor een opsomming
.
- Ik neem veel spullen mee op studiereis: mijn lesboek, een toilettas, mijn gymschoenen en een trui.
Slide 7 - Tekstslide
Samenstellingen
Een woord dat is opgebouwd uit meerdere woorden, noem je een samenstelling.
Een samenstelling moet je aaneenschrijven.
Aaneenschrijven is aan elkaar vast schrijven.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
voorbeelden:
vakantie + pret =
vakantiepret
reis + budget =
reisbudget
tent + stok =
tentstok
Slide 10 - Tekstslide
Koppelteken (-)
Je zet een koppelteken (-) tussen de woorden van een samenstelling als twee klinkers die achter elkaar staan samen een andere klank vormen.
Slide 11 - Tekstslide
voorbeelden:
vakantie en uittocht =
vakantie-uittocht
cadeau en idee =
cadeau-idee
auto en onderdelen=
auto-onderdelen
Slide 12 - Tekstslide
Koppelteken (-)
je gebruikt een koppelteken tussen woorden van een samenstelling als één van die woorden uit een afkorting bestaat.
Ook als er een aparte letter of een symbool in de samenstelling staat, gebruik je een koppelteken.
Slide 13 - Tekstslide
voorbeelden:
tv-programma
S-bocht
€-teken
Slide 14 - Tekstslide
Tussenletter
Tussenletter -er of -en (kalverliefde of kippenfokkerij
Tussenletter -e (groentesoep of maneschijn)
Tussenletter -s (meningsverschil)
Slide 15 - Tekstslide
Aan het werk
Boek: Opdracht 1, 2, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 14 en 15 (vanaf blz. 121)
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Via Vervolg 1F Deel B thema 5 H2 Spelling & grammatica
Augustus 2022
- Les met
19 slides
Via Vervolg 1F Deel B thema 5 H2 Spelling & grammatica
Oktober 2022
- Les met
26 slides
Samenstellingen
Maart 2024
- Les met
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Lesstof PW Spelling M3
Januari 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Stof SO spelling 2V 2324
Januari 2024
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Thema 5: vakantie H2 spelling en grammatica les 2
Juni 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
Thema 5 hoofdstuk 2 spelling en grammatica samenstelling deel 2
Februari 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Thema 5: vakantie H2 spelling en grammatica les 2
December 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4