1.3 Basisbehoeften, arm en rijk

1.3 Basisbehoeften, arm en rijk
deel 1
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.3 Basisbehoeften, arm en rijk
deel 1

Slide 1 - Tekstslide

1. Herhaling
2. Leervragen 1.3 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Leervragen
de 5 basisbehoeftes opnoemen. 
Aan het eind van de les kan je...
benoemen wat krottenwijken zijn.
uitleggen wat een scharreleconomie is.

Slide 3 - Tekstslide

Kya Sands
Blau Bosrand

Slide 4 - Tekstslide

Basis (primaire) behoeften

= Dingen die elk mens nodig heeft:

  1. Voedsel
  2. Kleding
  3. Een huis
  4. Gezondheidszorg
  5. Onderwijs


Iemand is arm als deze niet in de basisbehoeften kan voorzien!

Slide 5 - Tekstslide

Secundaire behoeften

= Dingen die niet noodzakelijk zijn om te kunnen leven:

  • Sieraden
  • Vakantie
  • Film in de bioscoop
  • Telefoon
  • enz.

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer ben je 'arm'?
  • Als de basisbehoefte niet goed geregeld zijn.  

Slide 7 - Tekstslide

Wonen in arme landen
Arme landen: armste deel van de bevolking woont in krottenwijken

De volgende voorzieningen zijn er vaak niet goed geregeld:
  • toiletten
  • waterleidingen
  • elektriciteit


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Werken in arme landen
Veel mensen in arme landen scharrelen hun inkomsten bij elkaar. Ze verdienen hun geld in de scharreleconomie.
Voorbeelden:
  • Straathandel
  • kleine bedrijfjes 
Geen vaste baan, verdienen een euro per dag. 

Ze kunnen wel hun basisbehoeften betalen: hoe komt dat? 




Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Afsluiting

Slide 12 - Tekstslide

Klik de juiste combinaties aan
Hieronder staan zaken die iedereen nodig heeft. Wat hoort bij wat?
eten en drinken
een huis
onderwijs
gezondheidszorg
dokters en ziekenhuizen
onderdak
scholen
voedsel

Slide 13 - Sleepvraag

Wat zijn de vijf basisbehoeften van een mens?

Slide 14 - Open vraag

Sleep de woorden naar de juiste zin
Een wijk waarin de bewoners hun huizen met eenvoudige materialen zelf gebouwd hebben.
Deel van de economie waarin mensen geen vaste baan hebben en hun geld verdienen door los-vaste baantjes. 
Scharreleconomie
Krottenwijk

Slide 15 - Sleepvraag


Wat is een voorbeeld van een basisbehoefte?

A
Dagelijks een zak chips eten.
B
Ieder maand een nieuwe jeans kopen.
C
Naar de tandarts gaan bij kiespijn.
D
Verre reis maken naar Australië

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag
STAP 1
Klaar?
Vooruitblik
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: 1 t/m 4 blz 26 en 27


Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo!
Werk alvast verder aan opdracht 5 en 6 
Wat is welvaart en wat is welzijn?

BNP

Slide 17 - Tekstslide

1.3 Basisbehoeften, arm en rijk
deel 2

Slide 18 - Tekstslide

welkom
welkom, fijn dat je er bent
ga rustig zitten
telefoon in de telefoontas
pak alvast je boek en je laptop op tafel

Slide 19 - Tekstslide

1. Herhaling en huiswerk
2. Leervragen 1.3 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 20 - Tekstslide

Herhaling

Slide 21 - Tekstslide

Klik de juiste combinaties aan
Hieronder staan zaken die iedereen nodig heeft. Wat hoort bij wat?
eten en drinken
een huis
onderwijs
gezondheidszorg
dokters en ziekenhuizen
onderdak
scholen
voedsel

Slide 22 - Sleepvraag

Wat zijn de vijf basisbehoeften van een mens?

Slide 23 - Open vraag

Sleep de woorden naar de juiste zin
Een wijk waarin de bewoners hun huizen met eenvoudige materialen zelf gebouwd hebben.
Deel van de economie waarin mensen geen vaste baan hebben en hun geld verdienen door los-vaste baantjes. 
Scharreleconomie
Krottenwijk

Slide 24 - Sleepvraag


Wat is een voorbeeld van een basisbehoefte?

A
Dagelijks een zak chips eten.
B
Ieder maand een nieuwe jeans kopen.
C
Naar de tandarts gaan bij kiespijn.
D
Verre reis maken naar Australië

Slide 25 - Quizvraag

Leervragen
hoe je welvaart meet met het BNP.
Aan het eind van de les kan je...
uitleggen wat welzijn is. 
uitleggen wat welvaart is.

Slide 26 - Tekstslide

Welvaart: rijkdom op basis van geld.
Bruto nationaal product

Slide 27 - Tekstslide

Hoe kan je welvaart meten?
'Alles wat in een jaar wordt verdiend, deel je door het aantal inwoners van dat land'

BNP/Bruto nationaal product per hoofd

Slide 28 - Tekstslide

Probleem BNP
  •  Veel mensen werken in de scharreleconomie.
  • Dit geld wordt niet opgeschreven.
  •  Dit is een gemiddelde. Vaak zijn er veel rijke mensen en veel arme mensen. 

Slide 29 - Tekstslide

Welzijn
Bij welzijn kijk je naar de levensomstandigheden van iemand.

Bij welzijn gaat het over:
  • Gezondheid
  • Onderwijs
  • Koopkracht


Slide 30 - Tekstslide

Welzijn: kijk naar de levensomstandigheden

Slide 31 - Tekstslide

                     Welvaart

Rijkdom van een land op basis van geld
                    Welzijn

De levensomstandigheden van een land. 

Je kijkt hierbij naar:
  • Gezondheid
  • Onderwijs
  • Koopkracht

Slide 32 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 33 - Tekstslide

Welk land hoort bij welk kenmerk?
bnp/hoofd is hoger dan € 32.000
bnp/hoofd is tussen € 8.000 en € 32.000 
bnp/hoofd is lager dan € 8.000 
Brazilië 
Tanzania
Verenigde staten

Slide 34 - Sleepvraag

Noteer de omschrijving van welzijn.

Slide 35 - Open vraag

Aan de slag
STAP 1
KLAAR ?
Vooruitblik
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: 5 + 6 en 8 t/m 10 blz 28 t/m 30 


Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo!
begin alvast aan de herhaling blz 31
De ontwikkeling van landen.

Slide 36 - Tekstslide