Startopdracht: pv tt + lezen
1. De oude man (vinden) het niet gezellig in het bejaardentehuis.
2. Het jongetje (houden) meer van worst dan van snoep.
3. Droge humor (vinden) ik het grappigst.
4. Weet jij waar het vliegtuig (landen)?
5. Er (gebeuren) vrij weinig.
6. (Ronden) eerst je huiswerk af voor je naar buiten gaat!
7. Die deugniet (belanden) nog eens in de gevangenis.
8. (Vinden) jij het ook zo gezellig in de pauze?