H2 - Bijv.nw+ trappen verg.

BONJOUR

Chromebook
Cahier

Silence

Grammaire ! -> aantekeningen...
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR

Chromebook
Cahier

Silence

Grammaire ! -> aantekeningen...

Slide 1 - Tekstslide

les adjectifs
Voilà quelques adjectifs,

Voorbeelden:
bleu - blanc - rouge - jaune - vert
petit - grand - beau - nouveau 
français - hollandais - belge - malade 

Wat is de naam van deze soort woorden in het Nederlands?
Wat is hun functie?

Slide 2 - Tekstslide

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord

ENKELVOUD

MNL - Tom est petit

VWL - Fleur est petite

Slide 3 - Tekstslide

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord
MEERVOUD

MNL - Pierre et Raoul sont petits
              
VWL - Morgane et Sophie sont petites.
             

Slide 4 - Tekstslide

Dit geldt voor alle zelfst.nw.
MNL - Le T-shirt est bleu. Le stylo est petit

VWL - La jupe est verte. La table est grande.

Slide 5 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden
M. EV.     Le chien est petit
V. EV.      La maison est petite
M.MV.     Les chiens sont petits
V.MV.      Les maisons sont petites

De vorm van een bijv naamw past zich aan aan het zelfst naamw -> kijk naar mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud en meervoud.

Slide 6 - Tekstslide

le pantalon est
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 7 - Quizvraag

la jupe est
A
vert
B
verte
C
verts
D
vertes

Slide 8 - Quizvraag

les garçons sont
A
grand
B
grands
C
grande
D
grandes

Slide 9 - Quizvraag

les filles sont
A
petites
B
petits
C
petit
D
petite

Slide 10 - Quizvraag

Let Op !!!
  • Eindigt een bijv naamw op een -e, dan is de vrouwelijke vorm hetzelfde!
      vb. Le stylo est rouge / La jupe est rouge
  • Eindigt een bijv naamw op een -s, dan is de mannelijke vorm in het meervoud hetzelfde!
      vb. Le sac est gris / Les livres sont gris

Slide 11 - Tekstslide

de onregelmatige vormen
MNL                  VWL                   NL

beau                 belle                  mooi
nouveau         nouvelle          nieuw
vieux                vieille                oud



Slide 12 - Tekstslide

Waar staat het bijv. nw?
Normaal staat een bijv.nw. in het Frans achter het zelfst.nw.
MAAR deze staan ervoor:

bon, beau - grand, gros - long, large, haut
jeune, joli, petit - mauvais , méchant, vieux
autre, nouveau

Slide 13 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
groot - groter - grootst
-> grand - plus grand - le plus grand
     (grande - plus grande - la plus grande)

1. plus ... que        - ... (er) dan
2. moins ... que   - minder ... dan
3. aussi ... que     - even ... als

Slide 14 - Tekstslide

Kies de juiste vertaling...
Jean is kleiner dan Pierre.
A
Jean est aussi grand que Pierre.
B
Jean est le plus petit.
C
Jean plus petit que Pierre.
D
Jean est moins petit que Pierre.

Slide 15 - Quizvraag

Mijn auto is minder mooi dan jouw auto.
A
Ma voiture est plus belle que ta voiture.
B
Ma voiture est moins belle que ta voiture.
C
Ma voiture est aussi belle que ta voiture.
D
Ma voiture est la plus belle.

Slide 16 - Quizvraag

Mijn tas is het oudst.
A
Mon sac est la plus vieille.
B
Mon sac est plus vieux.
C
Mon sac est le plus vieux.
D
Mon sac est plus vieille.

Slide 17 - Quizvraag

Wie heeft er een vraag?

Slide 18 - Tekstslide