Les 5 Zinsdelen §5 wg les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Lesplanning

* stillezen in je leesboek

* terugblik vorige lessen 

* werkwoordelijk gezegde (wg)

* zelfstandig werken

Lesdoel

Aan het eind van de 

les kan/weet ik:

* het werkwoordelijk gezegde in een enkelvoudige zin vinden en benoemen.

Herhaling vorige lessen

Verdeel deze zin in zinsdelen.

Vandaag ben ik gelukkig niet ziek.

Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.

Benoem de persoonsvorm in de volgende zin:

Tommy is dol op zijn snoepjes.

1. Tommy

2. is

3. dol

4. op zijn snoepjes

Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.

Wat is het onderwerp in deze zin?

Vorige week hebben wij niet veel gedaan op school.

1. Vorige week

2. hebben

3. wij

4. op school

Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

Vorige week was er niet veel te doen op school.

1. Vorige week

2. was 

3. was doen

4. was te doen

Werkwoordelijk gezegde (wg)

• alle werkwoorden in de zin
• dus de pv en alle andere eventuele werkwoorden
• aan het ... en te ... horen dan ook bij wg.

Werkwoordelijke uitdrukking

Een werkwoordelijke uitdrukking = een vaste combinatie van een werkwoord met andere woorden.

Het is altijd figuurlijk bedoeld (en dus niet letterlijk).

-> de volledige uitdrukking is dan het wg.

Werkwoordelijke uitdrukkingen

Ik raak nu de kluts kwijt.
Figuurljke betekenis
Werkwoordelijke uitdrukking 

Janine koos het hazenpad.

Figuurlijke betekenis

Werkwoordelijke uitdrukking

Jesse raakt vaak zijn sleutels kwijt.

Letterlijke betekenis
Geen werkwoordelijke uitdrukking

Youssef koos een raketijsje.
Letterlijke betekenis
Geen werkwoordelijke uitdrukking

ZELFSTANDIG WERKEN

Wat :	Maak je keuzeopdrachten Kijk deze opdrachten na. Noteer bij "evaluatie opdrachten" je resultaat
Hoe :	In je lesboek / schrift / laptop
Hulp :	Theorie uit je boek of je aantekeningen
Tijd :	Rest van de les
Klaar :	2 keuzeopdrachten gemaakt en nagekeken? Maak de oefentoets Nieuw Nederlands online en noteer je resultaat.

Ik ben naar school gelopen.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. ben
2. ben gelopen
3. naar school
4. gelopen

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. Alle werkwoorden in een zin met uitzondering van de persoonsvorm
2. De persoonsvorm en alle zelfstandig naamwoorden in een zin
3. Alle werkwoorden in een zin inclusief de persoonsvorm
4. Het werkwoordelijk gezegde is een andere naam voor de persoonsvorm

Hij is zijn spullen vergeten.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. is
2. is vergeten
3. zijn spullen
4. hij

Mijn score bij de nulmeting was ... en ik heb keuzeopdracht ... gemaakt.

Wat heb je deze les geleerd?

Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel

010

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?

😒🙁😐🙂😃