Les 4 Zinsdelen §5 wg les 1

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige lessen
* nulmeting werkwoordelijk gezegde (wg)
* klassikale uitleg of zelfstandig werken


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* het werkwoordelijk gezegde in een enkelvoudige zin vinden en benoemen.

timer
10:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige lessen
* nulmeting werkwoordelijk gezegde (wg)
* klassikale uitleg of zelfstandig werken


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* het werkwoordelijk gezegde in een enkelvoudige zin vinden en benoemen.

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige lessen

Slide 2 - Tekstslide

Verdeel deze zin in zinsdelen
In de vakantie heb ik superlekker gegeten bij mijn zus.
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.
Wat is een persoonsvorm altijd?
1. een werkwoord
2. een zelfstandig naamwoord
3. een bijvoeglijk naamwoord
4. een lidwoord

Slide 4 - Tekstslide

Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.
Benoem de persoonsvorm in de volgende zin:

Speedy is heerlijk aan het spelen met zijn skatebord.
1. Speedy
2. is
3. heerlijk aan het spelen
4. met zijn skatebord

Slide 5 - Tekstslide

Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.
Wat is het onderwerp in deze zin?

Vandaag gaan we aan de slag met het werkwoordelijk gezegde.

1. Vandaag
2. gaan
3. we
4. aan de slag

Slide 6 - Tekstslide

Nulmeting
Pak je laptop erbij!

Slide 7 - Tekstslide

Nulmeting
Maak nu de nulmeting op 
gosocrative.com
roomname (of lokaalnaam): MEIJERCOMENIUS
naam: je klas <voor- en achternaam>

Klaar en 70% of minder? Lees alvast de theorie van §5 werkwoordelijk gezegde en bekijk opdracht 1.
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Noteer je score van de nulmeting en bepaal op basis daarvan welke keuzeopdrachten je gaat maken.
<70% luister naar de klassikale uitleg.
Hoe:
In je lesboek / schrift
Tijdens klassikale uitleg ben je stil.
Hulp:
Theorie uit je boek of je aantekeningen
Tijd:
20 minuten
Klaar:
Kijk jouw opdracht na en noteer je resultaat.
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Klassikale uitleg
71% of meer? 
In stilte zelfstandig werken met een keuzeopdracht.
Kijk je antwoorden na en noteer je resultaat.

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde (wg)
  • alle werkwoorden in de zin
  • dus de pv en alle andere eventuele werkwoorden
  • aan het ... en te ... horen dan ook bij wg.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
We zijn aan het dansen.
Hij lag in zijn hangmat te slapen.

Slide 12 - Tekstslide

Werkwoordelijke uitdrukking
- een vaste combinatie van een werkwoord met andere woorden.

- altijd figuurlijk bedoeld (en dus niet letterlijk).

-> de volledige uitdrukking is dan het wg.


Slide 13 - Tekstslide

Werkwoordelijke uitdrukkingen
Ik raak nu de kluts kwijt.
Figuurljke betekenis
Werkwoordelijke uitdrukking 

Janine koos het hazenpad.
Figuurlijke betekenis
Werkwoordelijke uitdrukking
Jesse raakt vaak zijn sleutels kwijt.
Letterlijke betekenis
Geen werkwoordelijke uitdrukking

Youssef koos een raketijsje.
Letterlijke betekenis
Geen werkwoordelijke uitdrukking




Slide 14 - Tekstslide

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Noteer je score van de nulmeting en bepaal op basis daarvan welke keuzeopdrachten je gaat maken.
<70% luister naar de klassikale uitleg.
Hoe:
In je lesboek / schrift
Tijdens klassikale uitleg ben je stil.
Hulp:
Theorie uit je boek of je aantekeningen
Tijd:
20 minuten
Klaar:
Kijk jouw opdracht na en noteer je resultaat.
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Di 15-4
Lezen theorie naamwoordelijk gezegde (opdrachtenboekje)

Slide 16 - Tekstslide

Ik ben naar school gelopen.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
ben
B
ben gelopen
C
naar school
D
gelopen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin met uitzondering van de persoonsvorm
B
De persoonsvorm en alle zelfstandig naamwoorden in een zin
C
Alle werkwoorden in een zin inclusief de persoonsvorm
D
Het werkwoordelijk gezegde is een andere naam voor de persoonsvorm

Slide 18 - Quizvraag

Hij is zijn spullen vergeten.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
is
B
is vergeten
C
zijn spullen
D
hij

Slide 19 - Quizvraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 20 - Open vraag

Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 21 - Poll

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maak de n
Hoe:
In je lesboek / schrift
Je mag fluisterend overleggen.
Hulp:
Theorie uit je boek of je aantekeningen
Docent (hand omhoog)
Tijd:
15 minuten
Klaar:
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide