In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog over het probleem oplossend gesprek?
Slide 2 - Open vraag
Wat weet je van het slecht-nieuwsgesprek?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Het uiten van verdriet en zo mogelijk verminderen frustratie = fase .. ?
Slide 16 - Open vraag
Het meedelen van het slechte nieuws = fase .. ?
Slide 17 - Open vraag
Ondersteuning bieden bij het aanpakken van het ontstane probleem = fase ..?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Omschrijving 1: Je probeert er te zijn voor de cliënt. Je probeert hem te steunen en begrip te tonen voor zijn teleurstelling en boosheid, etc. De cliënt moet informatie krijgen, waarom hij niet meer naar de dagbesteding mag gaan.
Slide 20 - Open vraag
Omschrijving 2: Je vertelt wat er aan de hand is zonder uitweidingen
Slide 21 - Open vraag
Omschrijving 3: Je vraagt de cliënt nog wat je voor hem kunt doen. Ook kun je de cliënt advies geven over hoe hij de nieuw ontstane situatie kan aanpakken.
Slide 22 - Open vraag
Noem drie belangrijke aspecten van een slechtnieuwsgesprek