Straattaal

Straattaal
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Straattaal

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kun je...
  • De oorsprong en functie van straattaal uitleggen
  • Voorbeelden van straattaalwoorden en hun betekenis herkennen en gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over straattaal?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis en ontwikkeling van straattaal
Ontstaan in stedelijke gebieden
Vaak gesproken door jongeren
Bevat elementen uit verschillende talen en culturen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie van straattaal in de samenleving
Identiteit en groepsbinding
Informele communicatie binnen bepaalde groepen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van straattaalwoorden en hun betekenis
Kennis van enkele populaire straattaalwoorden
Betekenis van deze woorden in verschillende contexten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Straattaal
Een informele taal die vooral in stedelijke gebieden door jongeren wordt gebruikt en elementen uit verschillende talen en culturen bevat.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsbinding
Het proces waarbij individuen zich met elkaar verbonden voelen door gedeelde normen, waarden of kenmerken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 9 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.