Actieve en passieve zinnen

Actieve en passieve zinnen
- je kent het verschil tussen een passieve en actieve zin
- je kan een actieve zin omzetten naar een passieve zin

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Actieve en passieve zinnen
- je kent het verschil tussen een passieve en actieve zin
- je kan een actieve zin omzetten naar een passieve zin

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk deze 2 zinnen:





1.  De man sloeg alarm bij de politie.

2. Twee verdachten werden afgelopen zondag gearresteerd.
In welke zin voert het onderwerp het werkwoord echt uit?
  • ACTIEF
  • PASSIEF

Slide 2 - Tekstslide

Dus...
Een actieve zin
--> het onderwerp voert het WWG uit.
Een passieve zin
--> het onderwerp voert het WWG niet uit.
Voorbeeld:
 Na het belsignaal begroet de leerkracht 4rSPa in het klaslokaal.
Voorbeeld:
 Na het belsignaal wordt 4rSPa begroet in het klaslokaal door de leerkracht.

Slide 3 - Tekstslide

De kinderen spelen elke week voetbal.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 4 - Quizvraag

Mijn opa werd vorig week gevierd.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 5 - Quizvraag

Oma bakt altijd heerlijke pannenkoeken.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 6 - Quizvraag

De hele voormiddag opereerde de chirurg om de patiënt in leven te houden.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 7 - Quizvraag

De trainer wordt door de spelers op de schouders gedragen.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 8 - Quizvraag

Die jeugdspeler scoorde het eerste doelpunt van het toernooi.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 9 - Quizvraag

We zullen door de directie op de hoogte gehouden worden.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 10 - Quizvraag

Er werden gisteren bloemen bezorgd aan alle tachtigjarigen uit de gemeente.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 11 - Quizvraag

Van al dat gezever over grammatica worden we moe.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 12 - Quizvraag

Nog eens oefenen?
quiz-time!

Slide 13 - Tekstslide

a Een Indiase arts dacht 'Aladins lamp' te kopen.
A
actief
B
passief

Slide 14 - Quizvraag

b Maar hij werd opgelicht door iemand verkleed als geest.
A
actief
B
passief

Slide 15 - Quizvraag

c Dat werd onder meer door de BBC gemeld.
A
actief
B
passief

Slide 16 - Quizvraag

d Het slachtoffer maakte naar verluidt zo’n 35 000 euro over.
A
actief
B
passief

Slide 17 - Quizvraag

e Hij kwam er al snel achter dat het voorwerp nutteloos was.
A
actief
B
passief

Slide 18 - Quizvraag

Maak een actieve zin van de passieve zin:
Drie verdachten werden door de politie opgepakt.

Slide 19 - Open vraag

Zet de actieve zin om in een passieve zin:
Iemand beschuldigde hem van moord.

Slide 20 - Open vraag

Het handelend voorwerp (HV)
Een handelend voorwerp vertelt wie de handeling uitvoert in een passieve zin. Het zinsdeel begint altijd met "door".

bv. De auto wordt door de garagist gerepareerd.

Slide 21 - Tekstslide

Het HV
Let op! Niet elk zinsdeel dat met "door" begint, is een handelend voorwerp.

Bv. Door het raam zag ik haar voorbijfietsen (bijwoordelijke bepaling)

Slide 22 - Tekstslide

Oefening
Zit er in de volgende zinnen een handelend voorwerp?

Slide 23 - Tekstslide

De broden worden door mijn oom gebakken.
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

De man wandelde door de regen.
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

De Mona Lisa werd in het verleden gestolen door een klusjesman.
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag