VWO2 - thema 3.6 gezond leven (+LO 3 ook MK in de les??)

planning
  • gemist filmpje gisteren alsnog laten zien
  • huiswerkcontrole 3.5
  • leerdoelen en uitleg 3.6
  • huiswerk & proefwerk opgeven
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

planning
  • gemist filmpje gisteren alsnog laten zien
  • huiswerkcontrole 3.5
  • leerdoelen en uitleg 3.6
  • huiswerk & proefwerk opgeven

Slide 1 - Tekstslide

Ouders laten hun kinderen niet (volledig) inenten. De reden hiervoor kan zijn dat hun geloof het niet toestaat, of dat ze te weinig kennis hebben over de veiligheid van vaccineren. 
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 2 - Tekstslide

Bs 3.6 - Gezond leven

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 3.6:
  • Ik kan aangeven hoe je je hart en 
       bloedvaten gezond kunt houden. 
  • Ik kan de gevolgen van alcohol op korte                                termijn en op lange termijn noemen. 

Slide 4 - Tekstslide

Een gezond leven

Slide 5 - Tekstslide

Bloeddruk
lage bloeddruk:
Komt niet vaak voor; meestal geen probleem: 
soms wat duizelig of hoofdpijn

hoge bloeddruk:
Komt vaker voor, bij langdurig een probleem: 
kan wanden van slagaders beschadigen.

Oorzaken van te hoge bloeddruk zijn o.a.: stress, roken, overgewicht en zout eten.

Slide 6 - Tekstslide

slagaderverkalking

Slide 7 - Tekstslide

Slagaderverkalking (atherosclerose)
Slagaderverkalking; het bloedvat wordt nauwer en minder elastisch. 

Oorzaak = beschadiging van de bloedvatwand
Gevolg   = hogere bloeddruk, verminderde bloedtoevoer naar organen en      
                     mogelijke overbelasting van het hart


Slide 8 - Tekstslide

Slagaderverkalking (atherosclerose)
  • Dit is een proces van jaren en  begint al op jonge leeftijd. 
  • Iedereen krijgt het, maar niet iedereen krijgt er last van. 

Door niet te roken, 
gezond te eten en 
regelmatig te bewegen 
verlaag je de kans op slagaderverkalking. 


Slide 9 - Tekstslide

Hartinfarct/hartaanval;
  • De verdikking wordt meestal niet zo groot dat hij de slagader afsluit. 
  • Er kunnen wel scheurtjes ontstaan. 
  • Als dat gebeurt, stolt het bloed op het scheurtje en ontstaat er een bloedstolsel. 
  • Zo´n bloedstolsel kan de slagader wel snel afsluiten
  • Ook kan een stukje afbreken en elders een verstopping veroorzaken. 

Slide 10 - Tekstslide

Een klein hartinfarct (een´waarschuwing´) wordt dit ook wel een angina pectoris genoemd. 

Een kleine aftakking raakt verstopt, dan kan meestal een andere aftakking de taak overnemen.







Bij een groot hartinfarct krijgt een groter deel van het hart geen bloed meer en sterft af. Dit is meestal dodelijk

Slide 11 - Tekstslide

hartinfarct... 
1
2
3

Slide 12 - Tekstslide

Dotterbehandeling
Als een kransslagader sterk vernauwd is, kan er worden gedotterd. 
Sneetje in de lies (tegenwoordig ook via je pols) kan er een stent (metalen gaasbuisje) worden geplaatst. 

Slide 13 - Tekstslide

Hart- en vaatziekten:
Erfelijke factoren spelen een rol bij het krijgen van hart- en vaatziekten.

Spanning en stress vergroten de kans op hoge bloeddruk en op hart- en vaatziekten. 

Slide 14 - Tekstslide

Een gezonde levensstijl = 
  1. niet roken
  2. drink geen alcohol;                            na je 18de niet meer dan 1 glas per dag.
  3. eet gezond en gevarieerd
  4. beweeg regelmatig;            minimaal 30 minuten per dag
  5. voorkom stress en zorg voor              voldoende ontspanning

Slide 15 - Tekstslide

7 tips voor minder stress

1 Schrijf op wat je energie geeft en maak daar tijd voor.
2 Houd een grote opruiming in je kamer en daarmee in je hoofd.
3 Houd tijd vrij voor onverwachte gebeurtenissen.
4 Doe één ding tegelijk en neem daar de tijd voor.
5 Kies voor een gezonde leefstijl.
6 Houd een vast dag- en nachtritme aan.
7 Verlaag je leefritme en prop niet te veel activiteiten in een dag.

Slide 16 - Tekstslide

pak je boek op blz. 232
Lees zelfstandig alles 
vanaf ALCOHOL op  blz. 232+233
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Alcohol beïnvloed de werking van het zenuwstelsel en het gedrag. 
Jongeren zijn extra gevoelig voor de werking                                                                     van alcohol en hebben daardoor:
- meer kans op blijvende hersenschade
- meer kans op verslaving


Leer de gevolgen op korte termijn per hoeveelheid glazen!
Leer ook de lichamelijke en geestelijke gevolgen op lange termijn.

Slide 18 - Tekstslide

HUISWERK =
Maak ONLINE van thema 3
van basisstof 3.6 - opdracht 1 t/m 4 + 6 t/m 9 

PROEFWERK =
woensdag 26 februari
leer van thema 3; 3.1 t/m 3.8

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

3.5 Het immuumsysteem

Slide 21 - Tekstslide

Doelen
8 Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
9 Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
10 Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

Slide 22 - Tekstslide

Lichaamsvreemde stoffen
stoffen die niet in je lichaam thuishoren en waarvan je ziek kunt worden

Zoals: bacteriën, schimmels, virussen en parasieten

Slide 23 - Tekstslide

Antigenen

eiwitten op de buitenkant van een cel of van een virus

Slide 24 - Tekstslide

Antistoffen
stoffen die ziekteverwekkers onschadelijk maken

Slide 25 - Tekstslide

Witte bloedcel

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Vorming antistoffen

Slide 28 - Tekstslide

Immuum
niet ziek worden, omdat witte bloedcellen meteen een antistof kunnen maken

Slide 29 - Tekstslide

Hoeveelheid antistof

Slide 30 - Tekstslide

Natuurlijke immuniteit
Iemand is ziek geweest

Slide 31 - Tekstslide

Kunstmatige immuniteit
immuniteit die ontstaat door vaccinatie

Slide 32 - Tekstslide

Vaccinatie programma NL

Slide 33 - Tekstslide

Allergie
overgevoeligheid voor bepaalde stoffen

Slide 34 - Tekstslide

allergische reactie
reactie van het afweersysteem op de stof waar je overgevoelig voor bent

Slide 35 - Tekstslide

anafylactische reactie
ernstige allergische reactie die kan ontstaan wanneer het lichaam vaker in contact komt met de stof waar diegene allergisch voor is

Slide 36 - Tekstslide

Antistof en Antigen. Wat is waar?
A
Antistoffen zitten aan de buitenkant van cellen
B
Een antistof past op een antigen.

Slide 37 - Quizvraag

Een infectie is ...
A
Een ziekteverwekker
B
Een antigen
C
Een bacterie
D
Een bacterie die je lichaam is binnen gekomen

Slide 38 - Quizvraag

Heeft iemand van jullie een allergie?
A
Ja, ik heb een allergie
B
Nee, ik heb geen allergie

Slide 39 - Quizvraag