- Je weet dat een werkwoord verschillende rollen kan uitdelen in een zin met een werkwoordelijk gezegde. - Je kunt daardoor het verschil tussen het onderwerp, het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp benoemen.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Rollen van de werkwoorden
Doel:
- Je weet dat een werkwoord verschillende rollen kan uitdelen in een zin met een werkwoordelijk gezegde. - Je kunt daardoor het verschil tussen het onderwerp, het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp benoemen.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Regel: het werkwoord bepaalt:
Een zin met een werkwoordelijk gezegde wordt georganiseerd door het zelfstandig werkwoord, de handeling. Het werkwoord deelt de functies uit en combineert de betekenissen.
een rol > iemand .... (+ zelf. ww) > onderwerp > handelt
twee rollen > iemand .... iets > lijdend voorwerp > ondergaat de handeling
drie rollen > iemand .... iets aan iemand > meewerkend voorwerp > ontvangt (of verliest) het lijdend voorwerp