Zinsontleding deel 2

Grammatica - zinsontleding voor klas 2
timer
15:00
Eerst lekker lezen!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammatica - zinsontleding voor klas 2
timer
15:00
Eerst lekker lezen!

Slide 1 - Tekstslide

Op naar het grammaticacertificaat

Wanneer? 1e kans:  Vrijdag 13 januari 2023

Hoe? Voorbereiding lessenserie GRAMMATICA 2 en GRAMMATICA 3.

Wat? Zinsdeelbenoeming van de enkelvoudige zin:
persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk EN naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepalingen.
NB: het naamwoordelijk gezegde wordt uitgesplitst in werkwoordelijk en naamwoordelijk deel

Slide 2 - Tekstslide

AL GEDAAN

Grammatica 2
     
Les 2
  • Persoonsvorm
  • Werkwoordelijk gezegde
  • Onderwerp
  • Lijdend voorwerp

VANDAAG
 Les 3
  • Ambiguë zinnen en intuinzinnen
            zinsdeelproef en cleft sentences


NOG DOEN

Slide 3 - Tekstslide

De vaste volgorde...
• Persoonsvorm pv
• | Zinsdelen |
• Onderwerp o
• Belangrijkste werkwoord  ww* 
• Werkwoordelijk gezegde  wwg of Naamwoordelijk gezegde nwg
• Lijdend voorwerp  lv
• Meewerkend voorwerp mv
• Bijwoordelijke bepaling bwb

Slide 4 - Tekstslide

Ik zou Jan een kerstmuts willen geven
• Persoonsvorm pv
• | Zinsdelen |
• Onderwerp o
• Belangrijkste werkwoord  ww*
• Werkwoordelijk gezegde  wwg of Naamwoordelijk gezegde nwg
• Lijdend voorwerp  lv
• Meewerkend voorwerp mv
• Bijwoordelijke bepaling bwb

Slide 5 - Tekstslide

De docent probeert vandaag aan de leerlingen zinsontleding uit te leggen.
• Persoonsvorm pv
• | Zinsdelen |
• Onderwerp o
• Belangrijkste werkwoord  ww*
• Werkwoordelijk gezegde  wwg of
 Naamwoordelijk gezegde nwg
• Lijdend voorwerp  lv
• Meewerkend voorwerp mv
• Bijwoordelijke bepaling bwb

Slide 6 - Tekstslide

Konijn of eend

Slide 7 - Tekstslide

Konijn of eend?
Konijn
Eend

Slide 8 - Poll

Ambiguë zinnen

Hij zag de man met de verrekijker.
Je ziet of leest altijd maar één betekenis.Je ziet nooit TEGELIJK  twee betekenissen.

Slide 9 - Tekstslide

Intuinzinnen

Experimenten met regen maken lijken succesvol.

Jan legt het snoep op tafel in de kast.

Jan vertelde het meisje dat de hond beet dat de man was weggegaan.

Schepen vergaan in een storm zijn zelden verzekerd.

Slide 10 - Tekstslide

Ambiguë zin of intuinzin

Slide 11 - Open vraag

De vaste volgorde...
• Persoonsvorm pv
• | Zinsdelen |
• Onderwerp o
• Belangrijkste werkwoord  ww* 
• Werkwoordelijk gezegde  wwg of Naamwoordelijk gezegde nwg
• Lijdend voorwerp  lv
• Meewerkend voorwerp mv
• Bijwoordelijke bepaling bwb

Slide 12 - Tekstslide

De bijwoordelijke bepaling
  • Geeft antwoord op vragen als waar, wanneer, waarom, hoelang, waarheen, waarvandaan, hoe, en waarmee?
  • Begint vaak met een voorzetsel.

  • Er kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen in een zin staan.

Voorbeeld:
Op zondagavond | speel | ik | regelmatig | met veel plezier | een potje Cluedo I bij mij thuis.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag

Grammatica 2, les 3
Grammtica 3: les 1 + les 2
Volgende les
Het naamwoordelijk gezegde

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Werkwoorden kunnen drie rollen uitdelen


  •     aan degene die handelt, doet, ervaart of beleeft (onderwerp)
  •     aan iets of iemand die het ondergaat of beleeft (lijdend voorwerp)   
  •     aan degene die iets krijgt of niet krijgt. (meewerkend voorwerp)


Slide 16 - Tekstslide

De wielrenner zou in de stromende regen een bergetappe kunnen fietsen.
• Persoonsvorm pv
• | Zinsdelen |
• Onderwerp o
• Belangrijkste werkwoord  ww*
• Werkwoordelijk gezegde  wwg of Naamwoordelijk gezegde nwg
• Lijdend voorwerp  lv
• Meewerkend voorwerp mv
• Bijwoordelijke bepaling bwb

Slide 17 - Tekstslide