Les fokkerij en fokdoel

Fokkerij en fokdoel
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GroenMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Fokkerij en fokdoel

Slide 1 - Tekstslide

Wat is je eerste gedachte bij het onderwerp
fokkerij en fokdoel?

Slide 2 - Woordweb

Fokkerij 
Fokkerij: 
  • Bedrijf waar dieren worden verwekt.

Voorbeelden zijn:
  • Hondenfokkerij
  • Konijnenfokkerij
  • Paardenfokkerij
  • vermeerderaars (varkens)
  • Kalverfokkerij

Slide 3 - Tekstslide

Fokdoel
Fokdoel
  • Gewenste eigenschappen te verbeteren of in stand te houden door middel van kruising en selectie. 

Voorbeelden zijn:
  • Cavia: kleurslagen of aantal kruinen
  • Konijnen: kleurslagen en type vacht
  • Honden: sterke heupen
  • Varkens: meer biggen per worp of betere vruchtbaarheid
  • Koeien: meer melkproductie of een beter uier
  • paarden: sterker beenwerk

Slide 4 - Tekstslide

Geslachtsrijp / Fokrijp / Dekrijp
Geslachtsrijp
  • De geslachtsorganen zijn volgroeid maar het dier is nog niet lichamelijk volgroeid.

Fokrijp
  • Fokrijp betekend dat zowel het vrouwtje als het mannetje volgroeid zijn. 

Dekrijp:
  • Dekrijp betekend op het juiste moment om te dekken als er een eisprong is.

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer geslacht en fokrijp
 Diersoort
geslachtsrijp
Fokrijp
Cavia
4-6 weken
3-4 maand
Konijn
4-5 maand
5-9 maand
Hond
6-10 maand
7-14 maand
Geit
6 á 7 maand
9 maand
Varken
6 maand
7 maand
Koe
8 maand
14 maand

Slide 6 - Tekstslide

Waarom is het niet verstandig om een dier die net geslachtsrijp is al drachtig te laten worden?

Slide 7 - Open vraag

Bronstcyclus
Betekenis bronscyclus: De vruchtbare periode die duurt tot de volgende vruchtbare periode.

Dier
bronstcyclus
Cavia
16 dagen
Konijn
Geen, konijnen hebben een eisprong reflex na prikkeling 9-13 uur is de eisprong
Geit
aug - dec 18 tot 30 dagen
Varken
21 dagen
Koe
21 dagen

Slide 8 - Tekstslide

Bronstgedrag (afwijkend)
Dier
Bronstgedag
Cavia
Afwijkend gedrag zeug, ze staat open voor paren.
gekromde rug en kont omhoog
Konijn
stro verzamelen of omwroeten, graven en aandacht zoeken ram
Hond
Teef wordt loops. bloederige afscheiding hond probeert dit weg te likken. gedrag is onrustig, afgeleid en humeurig, vaker plassen
Geit
Rood opgezwollen vulva, veel mekkeren en kwispelen met staart
elkaar bespringen. geit is bokkig
Varken
Rood opgezwollen vulva, doorzichtig slijm verlies, weinig eetlust en wil andere bespringen. dit noemen we berigheid
Koe
Rood opgezwollen vulva, verlies van tochtslijm, bespring andere koeien of wordt besprongen. dit noemen we tochtigheid

Slide 9 - Tekstslide

op welke manieren kan een
dier drachtig worden?

Slide 10 - Woordweb

Dekkingen
Soort dekking
Voordelen
Nadelen
Natuurlijke dekking
- Dekking vindt altijd op het juiste tijdstip plaats
- meestal na 1 dekking drachtig
- goedkoop
- kans op ziekte overdracht
- kans op schade (te zware stier op een kleine koe)
- je hebt keuze uit alleen eigen stier
Kunstmatige inseminatie
- rietjes kun je importeren vanuit de gehele wereld
- keuze uit vele stieren
- geen schade aan het dier
- je weet niet precies wanneer de eisprong plaatsvind 
kans op terugkomers (dier is niet gelijk drachtig)
- meer kans op erfelijke gebreken

Slide 11 - Tekstslide

Duur dracht
Dier
Duur dracht
Cavia
65 tot 70 dagen
Konijn
28 tot 31 dagen
Hond
56 tot 67 dagen
Geit
5 maand - 5 dagen 
(145 tot 150 dagen)
varken
3 maanden + 3 weken + 3 dagen
Koe
9 maanden

Slide 12 - Tekstslide

Een konijn wordt op 21 maart gedekt. bereken wanneer de verwachte werpdatum is.
(28 tot 31 dagen)

Slide 13 - Open vraag

Een zeug van boer Harms heeft op 15 maart 10 biggen gekregen. Wanneer is deze zeug gedekt
(3 mnd + 3 wk + 3dgn)

Slide 14 - Open vraag

De geit van ome Gerrit heeft 2 lammeren gekregen op 29 februari. Wanneer is deze gedekt?
(5 mnd - 5 dgn)
A
12 september
B
24 september
C
14 oktober
D
2 november

Slide 15 - Quizvraag

Overige begrippen
Starereflex
Het moment dat het vrouwelijk dier het mannelijk dier wil ontvangen
Eisprong
moment dat een ei gesprongen is vanaf dat moment kan het eitje bevrucht worden door een zaadcel
terugkommer
vrouwelijk dier is niet drachtig de bronstcyclus begint opnieuws
Abortus
het vruchtje of embryo wordt geaborteerd 
Steralisatie
Het doorknippen of afbinden van een zaadleider of een eileider
Casteratie
Het verwijderen van het testikels of eierstokken.

Slide 16 - Tekstslide

Erfelijke informatie (begrippen)
Hetrozygoot
Aa
Homozygoot
AA of aa
Dominant gen
A (hoofdletter)
Resessief gen
a (kleine letter)
Fokzuiver
AA of aa (homozygoot)
Fok onzuiver
Aa (hetrozygoot
Fenotype
Alle kenmerken die je aan de buitenkant kan zien van een dier of persoon
Genotype
Alle informatie die op de chromosomen vast liggen
Chromosoom 
Drager van erfelijke eigenschappen (2 strengen, 1 van moeder 1 van vader)
Eicel
Erfelijke eigenschappen van moeder
zaadcel 
erfelijke eigenschappen van vader

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Verschillende liggingen van een lam

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video