V4 - TH4 evolutie - BS5

Thema 4
BS5
Ontstaan van
soorten
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 4
BS5
Ontstaan van
soorten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen BS 5

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen BS5
reproductieve isolatie
geografische isolatie
eilandtheorie
allopatrisch soortenvorming 
sympathisch soortenvorming
polyploïdie

Slide 3 - Tekstslide

Populatie vs. soort
populatie   = een groep van individuen van dezelfde soort
soort             = grootste verzameling populaties waartussen uitwisseling van genen kan plaatsvinden
maar let op:
  • binnen een soort kan je verschillende rassen hebben  (sint-bernards hond en dwergpoedel)
  • na aanpassingen kan de populatie veranderen in meerderen soorten (Indische en Afrikaanse olifant)

Slide 4 - Tekstslide

Populatie vs. soort

Slide 5 - Tekstslide

Soortvorming
Het ontstaan van (een) nieuwe soort(en) uit al bestaande
De pijlers van het Darwinisme verklaren NIET hoe soortvorming kan plaatsvinden

Er is méér nodig...

Slide 6 - Tekstslide

selectie

Slide 7 - Tekstslide

selectie
dus zodat de Hardy-Weinberg regel niet toegepast kan worden... 

Slide 8 - Tekstslide

soortsvorming
allopatrische v.s. sympatrische
  • allopatrisch gebied is / wordt verdeeld 
       waardoor soorten zich afzonderlijk 
       ontwikkelen
  • sympatrisch is soorten ontwikkeling 
       binnen hetzelfde gebied

Slide 9 - Tekstslide

een nieuwe soort
hiervoor is reproductieve isolatie nodig

Slide 10 - Tekstslide

een nieuwe soort
hiervoor is reproductieve isolatie nodig
dit betekend:
lange tijd geen 
voortplanting en 
geneflow (genen uitwisseling) 
tussen twee populaties 

Slide 11 - Tekstslide

Allopatrische soortvorming
Oorzaak van reproductieve isolatie:
geografische barrière

door verschillende habitats: verschil in selectiedruk op genenpool.

Er ontstaat genetische divergentie (=verandering)

Slide 12 - Tekstslide

Eilandtheorie

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Sympatrische soortvorming
Genetische divergentie door verschil in selectiedruk op bepaalde genen.

Hoe ontstaat dan reproductieve isolatie als er GEEN geografische isolatie is?

Slide 16 - Tekstslide

Hoe bewerkstellig je reproductieve isolatie in dezelfde habitat?

Slide 17 - Tekstslide

Hoe bewerkstellig je reproductieve isolatie in dezelfde habitat?

  • ecologisch
  • temporeel
  • ethologisch
  • fysieke
  • postzygotisch
isolatie methode
beschrijving 
ecologische isolatie
de soorten bevinden zich in verschillende delen van de habitat
temporele isolatie
de soorten kunnen alleen reproduceren op verschillende momenten
ethologische isolatie
de soorten reageren niet op elkaars voortplantingsgedrag
fysieke isolatie
het is fysiek onmogelijk voor de soorten om te paren
postzygotisch
hybriden leven niet lang genoeg om vruchtbaar te worden of zijn onvruchtbaar

Slide 18 - Tekstslide

2 soorten albatrossen vertonen verschillend paar gedrag 
verschillende bloemen die op verschillende manieren worden bestoven

Slide 19 - Tekstslide

hybriden
sommige verwante soorten kunnen wel voortplanten, 
echter zijn er vaak vruchtbaarheidsproblemen bij de nakomelingen



zezel
gaap
leopon
waldijn

Slide 20 - Tekstslide

polyploïde
soms gaat de mitose niet goed en waardoor een plant te veel chromosomen krijgt, hierdoor kan deze zich. niet meer voortplanten met 

Slide 21 - Tekstslide

polyploïde

Slide 22 - Tekstslide

een voorbeeldvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Heeee.. een Darwinvraag
is er sprake van soortvorming?
nee
ja
1. Benoem genetische variatie
2. WIE heeft WELK selectievoordeel?
3. Grotere voortplantingskans
4. Grotere doorgave van deze eigenschap en toename in frequentie
1. Benoem genetische variatie populaties
2. Voor twee populaties: WIE hebben WELK selectievoordeel
3. Grotere voortplantingskans
4. Grotere doorgave van deze eigenschap en toename in frequentie
5. Op WELKE wijze is er sprake van reproductieve isolatie?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Leg uit op welke wijze verschillende cichlide soorten met eivlekken volgens deze biologen zijn ontstaan.

Slide 27 - Open vraag

opdrachten 
bs 5
opdracht 67 t/m 80

context voor verdieping?
vraag 81 t/m 84



Slide 28 - Tekstslide