YH4-TH4-BS7

BS7: Soortvorming
V4
Thema 4
Evolutie
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

BS7: Soortvorming
V4
Thema 4
Evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan beschrijven wat soortvorming is
  • Je begrijpt de noodzaak van reproductieve isolatie voor soortvorming
  • Je kan het verschil in allopatrische en sympatrische soortvorming herkennen in een context
  • Je kan beschrijven op welke manieren er reproductieve isolatie kan worden bewerkstelligd
  • Je kan in een context beschrijven hoe soortvorming optreedt

Slide 2 - Tekstslide

Soortvorming
Het ontstaan van (een) nieuwe soort(en) uit al bestaande
De pijlers van het Darwinisme verklaren NIET hoe soortvorming kan plaatsvinden

Er is méér nodig...

Slide 3 - Tekstslide

Geef de definitie van de term 'soort'

Slide 4 - Woordweb

Soortvorming: het ontstaan van een nieuwe soort uit al bestaande.

Wat moet er voorkomen worden voordat er nieuwe soorten kunnen ontstaan?

Slide 5 - Open vraag

Allopatrische soortvorming
Oorzaak van reproductieve isolatie:
geografische barrière

door verschillende habitats: verschil in selectiedruk op genenpool.

Er ontstaat genetische divergentie

Slide 6 - Tekstslide

Sympatrische soortvorming
Genetische divergentie door verschil in selectiedruk op bepaalde genen.

Hoe ontstaat dan reproductieve isolatie als er GEEN geografische isolatie is>

Slide 7 - Tekstslide

Hoe bewerkstellig je reproductieve isolatie in dezelfde habitat?

  • ecologisch
  • temporeel
  • ethologisch
  • fysieke
  • postzygotisch

Slide 8 - Tekstslide

Eilandtheorie

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Heeee.. een Darwinvraag
is er sprake van soortvorming?
nee
ja
1. Benoem genetische variatie
2. WIE heeft WELK selectievoordeel?
3. Grotere voortplantingskans
4. Grotere doorgave van deze eigenschap en toename in frequentie
1. Benoem genetische variatie populaties
2. Voor twee populaties: WIE hebben WELK selectievoordeel
3. Grotere voortplantingskans
4. Grotere doorgave van deze eigenschap en toename in frequentie
5. Op WELKE wijze is er sprake van reproductieve isolatie?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit op welke wijze verschillende cichlide soorten met eivlekken volgens deze biologen zijn ontstaan.

Slide 13 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je kan beschrijven wat soortvorming is
  • Je begrijpt de noodzaak van reproductieve isolatie voor soortvorming
  • Je kan het verschil in allopatrische en sympatrische soortvorming herkennen in een context
  • Je kan beschrijven op welke manieren er reproductieve isolatie kan worden bewerkstelligd
  • Je kan in een context beschrijven hoe soortvorming optreedt

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
  • Je maakt in BVJ online van BS7 de volgende opgaven: 71 t/m 76

Slide 15 - Tekstslide