8.3 vertering van darm tot anus

8.3 van darm tot anus
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8.3 van darm tot anus

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maag
  • Maagsap
  • Vertering eiwitten
  • Vloeibaar = voedselbrij
  • Maagportier
  • Dunne darm: eerste stukje is de twaalfvingerige darm
  • Verteringsappen van lever en alvleesklier komen hier in. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twaalfvingerige darm en lever
Vertering koolhydraten, vetten en eiwitten. 
Lever: maakt gal - wordt opgeslagen in galblaas
Gal maakt vetdeeltjes kleiner. Gal verteert niet!
Alvleesklier: alvleessap
  • Maakt voedselbrij minder zuur zodat enzymen goed kunnen werken. 
  • Bevat enzymen voor verteren eiwitten, vetten en koolhydraten. 

Naarmate de voedselbrij in de twaalfvingerige darm terechtkomt gaat de vertering verder met enzymen van de alvleesklier en hulp van de lever.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lever
1) Omzetten van voedingsstoffen
2) Afbreken van stoffen die schadelijk kunnen zijn
3) Gal maken - helpt bij vetvertering
Lever
Galblaas
Alvleesklier
Twaalfvingerige darm

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dunne darm
Darmwand

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dikke darm
Endeldarm
Appendix

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peristaltiek
Kringspieren
en Lengtespieren
Die zich afwisselend samentrekken en zo het voedsel voortduwen. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting:

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jippie.
Weer een quizje. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk nummer komen darmvlokken en darmplooien voor?
A
2
B
9
C
13
D
7

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet onderdeel nummer 3?
A
Maag
B
Alvleesklier
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet onderdeel 8?
A
Dikke darm
B
12-vingerige darm
C
Galblaas
D
Dunne darm

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Donny zegt: Gal is een enzym.
Ben zegt: Gal verteert vetten.
Wie heeft gelijk?
A
Donny
B
Ben
C
Allebei
D
Geen van beiden

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De alvleesklier wordt aangegeven met letter ...?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De lever wordt aangegeven met letter...?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door micro-organismen afgebroken koolhydraten worden in het bloed opgenomen en naar de lever gevoerd.

Hoe heet het bloedvat waardoor deze stoffen vanuit het verteringsstelsel naar de lever worden gevoerd?

A
Darmader
B
Darmslagader
C
Poortader
D
Onderste holle ader

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De maag van een koe bestaat uit verschillende delen. De overige delen van het verteringskanaal hebben dezelfde namen als bij de mens.
In de tekst staat dat methaan het verteringskanaal van de koe verlaat via boeren en winden.
Passeert dit gas dan de endeldarm? En passeert dit gas dan de slokdarm?

A
Alleen endeldarm
B
Alleen slokdarm
C
Beiden
D
Geen van beiden

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel koolsoorten bevatten vezels. Koolhydraten in die vezels worden door menselijke enzymen in het verteringskanaal niet verteerd. Bacteriën in het verteringskanaal breken deze onverteerbare koolhydraten wel af.

In welk deel van het verteringskanaal komen veel bacteriën voor die onverteerbare resten afbreken?

A
12-vingerige darm
B
Dunne darm
C
Dikke darm
D
Endeldarm

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hepatitis A is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door een virus. Via ontlasting van besmette personen kan het virus in voedsel terechtkomen.
Na het eten van besmet voedsel komt het virus via het darmkanaal in het bloed. Met het bloed komt het virus in de lever terecht. Een leverontsteking kan het gevolg zijn.

Hoe heet het bloedvat dat bloed rechtstreeks van de dunne darm naar de lever voert?

Slide 19 - Open vraag

let op hoofdletters niet gevoelig 
In een proefopstelling staan 4 reageerbuizen. Buis 1 en 2 staan bij 37 graden Celsius. Buis 3 en 4 bij 20 graden Celsius.
De buizen bevatten het volgende:
1: zetmeeloplossing + maagsap
2: zetmeeloplossing + speeksel
3: zetmeeloplossing + maagsap
4: zetmeeloplossing + speeksel
Welke buis zal na een tijdje het minste zetmeel bevatten?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terwijl het voedsel door het verteringskanaal gaat, worden er onder andere enzymen aan toegevoegd. In de afbeelding is een aantal delen van het verteringskanaal met letters aangegeven.
Geef de letters van de twee delen van het verteringskanaal waarin enzymen aan het voedsel worden toegevoegd
A
A en B
B
A B en C
C
B en C
D
C en D

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Naast enzymen wordt er ook gal aan het voedsel toegevoegd.

In welk deel van het verteringskanaal wordt gal aan het voedsel toegevoegd?

A
Dunne Darm
B
Endeldarm
C
Maag
D
12-vingerige darm

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Quayn: 8.03 Voeding en Vertering
Lezen? 10 voor biologie. 
8.3 Verteren van darm tot anus. 
Meer informatie en oefenopdrachten vind je door de link van de volgende slide te volgen. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Link

Deze slide heeft geen instructies