In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
les 8: diepe dementie
Slide 1 - Tekstslide
vandaag
herhaling dementie.
diepe dementie.
Slide 2 - Tekstslide
lesdoelen
je kunt de 4 stadia van dementie benoemen.
je kunt de zorg bij dementie benoemen.
je hebt kennis van de wettelijke kaders bij dementie.
Slide 3 - Tekstslide
herhalingen
omdat het merendeel van deze les bestaat uit stof die reeds behandeld is gaan wij kort herhalen om de stof op te frissen.
Slide 4 - Tekstslide
bij dementie krimpen de hersenen door een eiwit tekort.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
dementie
de hersenen kunnen beschadigd raken en kunnen afsterven (atrofie) maar kunnen niet krimpen door een eiwit tekort.
een eiwit ophoping kan wel een oorzaak zijn van dementie ontwikkeling. (Lewy body, Alzheimer)
Slide 6 - Tekstslide
welke van de onderstaande behoren tot dementie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
FTD
B
vasculaire dementie
C
Alzheimer
D
Lewy Body
Slide 7 - Quizvraag
soorten dementie
de 4 meest bekend en voorkomend zijn:
Lewy body
Alzheimer
Frontaal Temporaal Dementie (FTD)
Vasculaire dementie (CVA, herseninfarct)
Slide 8 - Tekstslide
afasie is een stoornis in...?
A
taal
B
praktische handelingen
C
verlies van herkenning
D
het denken
Slide 9 - Quizvraag
afasie
het niet goed kunnen begrijpen van woorden en niet goed kunnen zeggen wat hij/ zij wilt.
Slide 10 - Tekstslide
agnosie is een stoornis in...?
A
taal
B
praktische handelingen
C
verlies van herkenning
D
het denken
Slide 11 - Quizvraag
agnosie
verlies van vermogen om personen, voorwerpen en geuren te herkennen ondanks dat alle zintuigen nog gewoon werken.
Slide 12 - Tekstslide
een zorgvrager met dementie kan gedesoriënteerd zijn in 3 verschijnselen. welke zij dit?
Slide 13 - Open vraag
desoriëntatie
Desoriëntatie in tijd:
Niet meer weten welke dag, welke maand, seizoen of zelfs welk jaar het is.
Niet meer weten welk tijdstip van de dag het is; dag of nacht.
Slide 14 - Tekstslide
desoriëntatie
Desoriëntatie in plaats:
niet meer weten waar men is.
denken thuis te zijn of ergens anders.
Slide 15 - Tekstslide
desoriëntatie
Desoriëntatie in persoon:
familie niet meer herkennen
personen voor iemand anders aanzien.
Slide 16 - Tekstslide
welke van de onderstaande is geen oorzaak van vasculaire dementie?
A
hartritmestoornissen
B
diabetes mellitus
C
hypotensie
D
embolie
Slide 17 - Quizvraag
oorzaken vasculaire dementie
hersenbloeding (door zwakke vaten, trauma, CVA)
herseninfarct (DM, embolie, hartritmestoornissen)
hypotensie is geen oorzaak. HYPERTENSIE wel!!
Slide 18 - Tekstslide
welke vorm van dementie heeft deze vrouw?
A
Alzheimer
B
FTD
C
Lewy body
D
vasculaire dementie
Slide 19 - Quizvraag
soorten dementie
het is onbekend wat deze vrouw voor dementie heeft.
hier zijn testen voor nodig.
dus alleen een eerste blik kan niks vertellen.
Slide 20 - Tekstslide
welke testen kan ik doen om te kijken welk soort dementie er is?
Slide 21 - Woordweb
4 fasen
het dementieproces kent 4 fasen.
deze fasen kunnen in volgorde doorgelopen worden maar ook acuut naar de ernstigere fase (ziekte of trauma).
het is belangrijk om deze fase te herkennen om zodoende de juiste zorg en benadering toe te kunnen passen.
Slide 22 - Tekstslide
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
de verborgen ik
de bedreigde ik
de verzonken ik
de verdwaalde ik
Slide 23 - Sleepvraag
moeilijk verstaanbaar gedrag
Slide 24 - Tekstslide
moeilijk verstaanbaar gedrag
dit komt omdat de zorgvrager zich moeilijk kan uiten in ongemak, wensen en behoeften. voorbeelden:
angst, hallucineren
agitatie, apathie,
depressie, delier,
wanen, ongeremd gedrag
Slide 25 - Tekstslide
wat is agitatie?
A
agressie
B
fut-/ emotieloos
C
verwardheid
D
overdreven vrolijk
Slide 26 - Quizvraag
wat is apathie
A
vluchtgedrag
B
fut-/ emotieloos
C
verwardheid
D
overdreven vrolijkheid
Slide 27 - Quizvraag
delier
de oorzaak is een onderliggend probleem.
symptomen:
verwardheid
(verergering) cognitieve problemen
aandacht stoornis
Slide 28 - Tekstslide
delier
aanpakken onderliggend probleem:
let op de medicatie
let op ondervoeding en/ of uitdroging
zorg voor een bekende en vertrouwelijke omgeving
let op ziekte
let op slaappatroon
let op gehoor en zicht problematiek
Slide 29 - Tekstslide
benoem een voorbeeld van afwijkend seksueel gedrag en ontremming?
Slide 30 - Woordweb
ontremming
voorbeelden:
kleren uittrekken
schelden
seksueel gerichte opmerkingen of handelingen
oneetbare zaken eten
op rare momenten lachen of huilen
Slide 31 - Tekstslide
zorg bij de 4 fasen
elke fase heeft zijn eigen benadering en zorg.
hierbij voelt de zorgvrager zich het "beste".
dit zijn niet uitlokkende en respectvolle manieren van zorgaanbod.
dit is geen garantie maar wel bewezen effectief.
Slide 32 - Tekstslide
fase 1
Fase 1, de bedreigde ik: Proberen het gevoel van angst en onveiligheid te verminderen. Daarnaast beroep doen op vaardigheden die niet achteruit zijn gegaan, de cliënt informeren over de concrete werkelijkheid om hem heen (realiteits oriëntatie).
Slide 33 - Tekstslide
fase 2
Fase 2, de verdwaalde ik: Houvast bieden, de dagelijkse leefomgeving structureren. Verder zoveel mogelijk aansluiten bij de interesses en behoeften van de cliënt.
Slide 34 - Tekstslide
fase 3
Fase 3 de verborgen ik: Aanbod aansluiten op de directe zintuiglijke behoeften (warmte, rust, prettige sfeer) en beleving (warm/koud, honger/dorst, pijn) van de cliënt. Verder rustige, prikkelarme leefomgeving creëren.
Slide 35 - Tekstslide
fase 4
Fase 4 de verzonken ik: Inspelen op de lichamelijke behoeften, lichamelijk contact maken (koesteren), praten (zacht, rustig - de woorden zijn niet belangrijk), prettige zintuiglijke prikkels aanbieden.
Slide 36 - Tekstslide
3 soorten zorg
bij dementie wordt er specifieke zorg geleverd.
dit is afhankelijk van de fase waarin de zorgvrager zich bevind.
warme zorg,
ROT (realiteit oriëntatie training),
belevingsgerichte zorg.
Slide 37 - Tekstslide
wat zijn voorbeelden van warme zorg?
Slide 38 - Woordweb
warme zorg
nabijheid
herkenbaarheid
huiselijkheid
vrijheid
familie
Slide 39 - Tekstslide
ROT
training in het hier en nu
herhalen van tijd/ datum, de persoon (naam) en de gebeurtenissen om de zorgvrager heen.
dit is een vertragende manier voor het ziekteproces.
Slide 40 - Tekstslide
belevingsgerichte zorg
validation (doel):
het gevoel van eigenwaarde behouden, verminderen van negatieve spanning en onrust.
reminiscentie (doel):
ophalen van fijne herinneringen en gedachten. zorgt voor zelfverzekerdheid.
Slide 41 - Tekstslide
diepe dementie
Slide 42 - Tekstslide
3 aandacht zaken
voorspellen van beloop ziekteproces.
wilsverklaring. document met wensen ten aanzien van levenseinde.
zorgplan. wel of geen behandelingen.
Slide 43 - Tekstslide
(on)bekwaam
als iemand niet meer wilsbekwaam is dan komen de volgende zaken naar voren:
bewindvoering (bij financiële zaken).
mentorschap (regelt persoonlijke zaken)
curatele (regelt alle zaken om de zorgvrager heen)
Slide 44 - Tekstslide
einde
VVT periode 7 zit erop.
maak het verslag af en lever deze tijdig in.
volgende week tijdens de lesuren hebben jullie extra tijd om de verslagen te fine tunen.