3BL unit 1 lesson 4 (part 2)

Welcome! 
 Vandaag starten we met een dictee.
Pak je schrift + pen! 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome! 
 Vandaag starten we met een dictee.
Pak je schrift + pen! 

Slide 1 - Tekstslide

dictee
This is the top line of keys on most keyboards. 

This new computer was a lot smaller and cheaper than other computers. 

It shows you a picture of the past. 

Slide 2 - Tekstslide

Past simple

Slide 3 - Tekstslide

Past Simple
De basisverleden tijd noemen we in het Engels de Past Simple.
 

  •  Wanneer gebruik je de past simple?
  • Hoe maak je de past simple?
  • Uitzonderingen van de past simple 

Slide 4 - Tekstslide

Past Simple 
Hoe maak je de Past Simple: ww+ed (bij alle personen)

  • He walked to school yesterday.
  • They walked to school yesterday.

Slide 5 - Tekstslide

Past Simple 
  • Bij ww zoals 'live'  verdwijnt de 'e',    He lived here when he was 6 years old.
  • Bij ww met medeklinker + y : try, He tried to fix the bike yesterday. (He played football yesterday.)
  • Bij ww met één klinker en medeklinker, verdubbel je de medeklinker: He stopped the video yesterday.

Slide 6 - Tekstslide

Past Simple 
  • Bij ww met één klinker en medeklinker, verdubbel je de medeklinker: He stopped the video yesterday.
  • Bij ww van twee of meer lettergrepen, eindigen opzoals to cancel/ to travel, verdubbel je de l.  He cancelled the trip yesterday.

Slide 7 - Tekstslide

Used to
Hoe maak je deze vorm?
Used to + werkwoord

I used to be small.
She used to have braces.
We used to play football.



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

TELLING TIME!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Write down in English
1.  Het is kwart voor negen. 
2. Het is vijf over twee. 
3. Het is is tien over half zeven. 
4. Het is kwart over elf. 
5. Het is vijf  voor half een. 
6. Het is tien voor twaalf. 

Slide 12 - Tekstslide

answers
1. It is a quarter to nine.
2. It is five past two. 
3. It is twenty to seven. 
4. It is a quarter past eleven. 
5. It is twenty-five past twelve. 
6. It is ten to twelve. 

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk 
* Exercises   34    - 37 

*  Practise More lesson 4 

* S.o. onregelmatige werkwoorden deel 1

Slide 14 - Tekstslide