1.3 Weet wat je nodig hebt!

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Leerdoelen

Aan het eind van de les..

• weet ik welke 2 soorten behoeften er zijn
• weet ik waarom de behoeften verschillen bij mensen
• ken ik het verschil: goederen en diensten

• kan ik van procent -> naar getal omrekenen

MySkills vaardigheid:

#8 Samenwerken en overleggen

#12 Initiatief tonen en pro-actief zijn

Geld is een ...middel

Wat is directe ruil?

1. Ruilen zonder geld
2. Ruilen met geld

Primaire behoeften

Secundaire behoeften

Behoeften 

           Primaire behoeften                               Secundaire behoeften 

Iets wat je nodig hebt graag wilt hebben of doen.

Goederen en diensten die je nodig hebt om te overleven 

Goederen en diensten die je leven leuker en prettiger maakt

Materiële behoeften = Behoeften die je in geld kan uitdrukken 

Immateriële behoeften = Behoeften die niet in geld uit te drukken zijn zoals, liefde, vriendschap en gezondheid. 

Behoeften verschillen

Hoeveel-             Leeftijd                        Gender              Waar je woont

heid

Goederen & Diensten

Goederen

Diensten

Aan de slag

Maken: 1.3 opgaven 1,2,4,6

Tijd: 10 min

Hoe: zelfstandig of in duo's

Klaar: Werk alvast door; opgave 11

Gebruiks- en verbruiksgoederen

• Gebruiksgoederen kun je langere tijd gebruiken, verbruiksgoederen niet.

Zelfvoorziening & consumeren

Zelfvoorziening

Wanneer je zelf in je behoeften voorziet

Consumeren

Wanneer je koopt om in je behoeften te voorzien

Goederen

Diensten

Van procent naar getal

Van de 20 leerlingen uit klas 2E heeft 80% een voldoende voor economie.

Bereken hoeveel leerlingen een voldoende hebben.

Aan de slag

Maken: 1.3 opgaven 8,10,11,13,14

Tijd: 10 min

Hoe: zelfstandig of in duo's

Klaar: Werk alvast door; opgave 11

Reflectie

Aan het eind van de les..

• weet ik welke 2 soorten behoeften er zijn
• weet ik waarom de behoeften verschillen bij mensen
• ken ik het verschil: goederen en diensten

• kan ik van procent -> naar getal omrekenen

Aan de slag

Maken: 1.3 opgaven 16 t/m 19

Tijd: 15 min

Hoe: zelfstandig of in duo's

Klaar: Bespreek je antwoorden 

met je klasgenoot

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen