In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
vandaag:
Hoe ga je leren?
leren bs. 1 t/m 4 (nodig boek en schrift)
(Nakijken hoofdstuk 1 met antwoordboek)
lessonupvragen bs. 1 t/m 4..
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Maak onderstaande zin af: Een levend wezen noemen we een...
1.
Slide 3 - Open vraag
Job en Brit praten over biologie. Job zegt: 'In de biologie bestuderen we organismen.' Brit zegt: 'Biologie gaat over levende wezens.' Wie heeft gelijk?
1.
A
alleen Job
B
alleen Britt
C
Beide gelijk
D
Beide ongelijk
Slide 4 - Quizvraag
Hoe wordt het kwijtraken van afvalstoffen door een organisme in de biologie ook wel genoemd?
2.
Slide 5 - Open vraag
Een wezen dat alle levenskenmerken heeft.
3.
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
D
Orgaan
Slide 6 - Quizvraag
In onderstaande afbeelding zie je dingen die ................................ zijn
3.
A
Levend
B
Levenloos
C
Levend en levenloos
D
Levend, dood, levenloos
Slide 7 - Quizvraag
De voorwerpen in onderstaande afbeelding zijn:
3.
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 8 - Quizvraag
Het pantoffeldiertje in de afbeelding is...
3.
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 9 - Quizvraag
Een wezen dat de levenskenmerken had, maar nu niet meer heeft.
3.
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
D
Organisme
Slide 10 - Quizvraag
Een baby krijgt uiteindelijk tanden. Wat is dit?
4.
A
groei
B
ontwikkeling
Slide 11 - Quizvraag
Hoe heten de witte plekjes die je op de bruine bonen ziet?
5.
Slide 12 - Open vraag
Sleep de onderdelen naar de juiste plek
5.
zaadhuid
hartvormig bultje
navel
poortje
worteltje
blad
zaadlob
Slide 13 - Sleepvraag
Met behulp van welk onderdeel neemt de boon water op?
5.
A
poortje
B
navel
C
zaadhuid
D
hartvormig bultje
Slide 14 - Quizvraag
Welk deel van de bruine boon bevat reservevoedsel?
5.
A
de zaadlob
B
de zaadhuid
C
de navel
D
het kiemplantje
Slide 15 - Quizvraag
Tijdens de kieming van een zaad wordt in het zaad veel reservevoedsel opgeslagen.
In de levenscyclus van een bruine boon komen als stadia onder andere kiemplant en volwassen plant voor.
In het stadium van de kiemplant kunnen er bloemen aan de plant groeien.
6.
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quizvraag
De juiste volgorde voor de levenscyclus van de bruine boon is ..
6.
A
zaad, kiemplant, volwassen plant, bloei, vrucht- en zaadvorming
B
volwassen plant, bloei, vrucht- en zaadvormingzaad, kiemplant
C
bloei, vrucht- en zaadvorming,
zaad, kiemplant, volwassen plantt
D
vrucht- en zaadvorming, zaad, kiemplant, volwassen plant, bloei,
Slide 17 - Quizvraag
Welke vorm van ontwikkeling is het volgende:
Jasper leert lopen.
7.
A
lichamelijke ontwikkleing
B
geestelijke ontwikkeling
C
motorische ontwikkeling
Slide 18 - Quizvraag
Tanden wisselen is een voorbeeld van een..
7.
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling
C
Sociaal emotionele ontwikkeling
Slide 19 - Quizvraag
Een meisje maakt een afspraak met een jongen. Dat is een voorbeeld van:
7.
A
Geestelijke ontwikkeling.
B
Lichamelijke ontwikkeling.
C
Sociale ontwikkeling.
Slide 20 - Quizvraag
Welke levensfase komt na puber?
8.
A
Volwassene
B
Schoolkind
C
Adolescent
D
Oudere
Slide 21 - Quizvraag
In welke levensfase leer je lezen, schrijven en rekenen?
8.
A
peuter
B
kleuter
C
schoolkind
D
puber
Slide 22 - Quizvraag
In welke levensfase leer je zelfstandig worden?
8.
A
baby
B
puber
C
adolescent
D
volwassene
Slide 23 - Quizvraag
In welke levensfase zit het kind van de afbeelding?