1. Zet een e achter het woord:
mooi → mooie; flink → flinke.
2. Verdubbel de laatste letter en zet een e achter het woord:
– smal → smalle; knap → knappe.
3. Haal een a, e, o of u weg en zet een e achter het woord:
– groot → grote; puur → pure
– lief → lieve; wijs → wijze.
– gaaf → gave; zinloos → zinloze.