Les 4 Therapietrouw

 Therapietrouw
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

 Therapietrouw

Slide 1 - Tekstslide

Wat is therapietrouw?

Slide 2 - Tekstslide

Therapietrouw
 De mate waarin de patiënt de behandeling correct uitvoert zoals afgesproken met zijn behandelaar.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden uit de praktijk

Slide 4 - Tekstslide

  • Therapieontrouw bestaat al zo lang er medicijnen zijn
  • Veel wetenschappelijk onderzoek naar gedaan, 
al sinds jaren ’70, vorige eeuw.

Slide 5 - Tekstslide

Volgens de WHO

 ‘Effectieve therapietrouwbevordering zal een veel groter effect hebben op de volksgezondheid dan steeds verdergaande verbeteringen van medische behandelingen’


Sabaté E. Adherence to long-term therapies. Evidence for action. Geneva: World Health Organization, 2003.

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn redenen om niet therapietrouw te zijn?

Slide 7 - Tekstslide

Nauwelijks invloed op therapietrouw

  • Leeftijd
  • Geslacht
  • Opleidingsniveau
  • Aandoening
  • Type medicijn

Slide 8 - Tekstslide

Patiënt gerelateerde invloeden
 Motivatie van de patiënt
Ziekte-inzicht
Kennis van ziekte en behandeling
Beleving van ziekte en behandeling
Cognitieve problemen (dementie, beginnende
geheugenproblemen)
Problemen met tastzin en fijne motoriek
(moeilijk openen van verpakking)

Slide 9 - Tekstslide

Therapie gerelateerde invloeden

Duur van de behandeling
Mate van bijwerkingen
Effectiviteit van de behandeling
Aantal verschillende middelen
Aantal innamemomenten
Gebruikersgemak

Slide 10 - Tekstslide

Conditie gerelateerde invloeden

 Ernst van de symptomen van de aandoening
Comorbiditeit
Mate van progressie van de aandoening

Slide 11 - Tekstslide

Sociaal economisch gerelateerd


Sociaal economische status van patiënt  (van
invloed op leefstijl, financiën, mogelijkheden)

Culturele omstandigheden en geloof

Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen
  • Verergering van ziekte
  • Toename medische hulp
  • Onnodig voorschrijven van sterkere en (of) toxische geneesmiddelen
  • falen van behandeling

Slide 13 - Tekstslide

Belangrijk is dus...

...VOORLICHTING GEVEN!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Jouw taak als helpende
Als helpende is jouw rol bij de therapietrouw van een zorgvrager van groot belang. Jij kan iemand uitleg geven over vragen die er zijn ontstaan nadat de arts met de zorgvrager heeft gesproken. Jij mag (tot op zekere hoogte) voorlichting en advies geven en de vragen van de zorgvrager beantwoorden.

Slide 16 - Tekstslide

Therapietrouw verbeteren
  • Sluit aan op wat de zorgvrager weet en wil weten.
  • Sluit aan bij het begripsniveau, de kennis en de behoefte van de zorgvrager.
  • Gebruik voorbeelden en vergelijkingen.
  • Observeer de zorgvrager: zie je zorgen, verwarring of juist begrip?
  • Herhaal de belangrijkste punten en stel een controlevraag. Leg uit waarom u een controlevraag stelt: ‘Ik heb u heel veel, misschien te veel, verteld. Omdat ik het belangrijk vind dat u de belangrijkste zaken heeft onthouden, wil ik dat samen met u checken.’

Slide 17 - Tekstslide

Wat als iemand niet therapietrouw is?
Begin het gesprek met een makkelijke vraag waar de zorgvrager het antwoord op zou moeten weten. 

Zorg voor een open sfeer: probeer niet veroordelend te zijn, maar uitnodigend en behulpzaam.


Slide 18 - Tekstslide

Stel open vragen om zo problemen en belemmeringen te achterhalen.
Probeer te achterhalen:
wat de patiënt verwacht van de medicatie en of de patiënt het er wel mee eens is dat hij medicatie krijgt;
welke zorgen en vragen de patiënt heeft;
of de patiënt merkt dat het geneesmiddel werkt en hoe hij dat merkt;
of het de patiënt lukt het innemen van de medicatie in te passen in de dagelijkse bezigheden;
hoe vaak het voorkomt dat hij het middel vergeet in te nemen;
wat de patiënt doet als hij het middel vergeet in te nemen;
Stel open vragen om zo problemen te ontdekken.

Probeer te achterhalen

  • Wat de zorgvrager verwacht van de medicatie en of hij het er wel mee eens is dat hij medicatie krijgt;
  • Welke zorgen en vragen de zorgvrager heeft;
  • Merkt de zorgvrager dat het geneesmiddel werkt en hoe hij dat merkt;
  • Lukt het innemen van de medicatie in te passen in de dagelijkse bezigheden;
  • Hoe vaak het voorkomt dat hij het middel vergeet in te nemen;
  • Wat de zorgvrager doet als hij het middel vergeet in te nemen;

Slide 19 - Tekstslide

Patiënt een reden kan zijn om te stoppen met het geneesmiddel.
Probeer bij problemen of onduidelijkheden niet direct met oplossingen en antwoorden te komen. Ziet de patiënt een probleem, heeft hij zelf een oplossing bedacht? Probeer u te verplaatsen in de patiënt.
Vraag door. Dat kan soms simpel door een kernwoord uit de opmerking van de patiënt te herhalen: ‘Medicijnen zijn allemaal troep.’ ‘Troep?’
  • Wat voor de zorgvrager een reden kan zijn om te stoppen met het geneesmiddel.
  • Probeer bij problemen of onduidelijkheden niet direct met oplossingen en antwoorden te komen. 

Vraag door. Dat kan soms simpel door een kernwoord uit de opmerking van de zorgvrager te herhalen: ‘Medicijnen zijn allemaal troep.’ ‘Troep?’

Slide 20 - Tekstslide

Rol van religie/cultuur

Slide 21 - Tekstslide

Niet-westerse immigranten stoppen vaker met het gebruik van medicijnen. Bij deze patiënten is ruim twee keer zoveel kans dat ze niet therapietrouw zijn.  

Daarbij spelen niet alleen verschillen in taal maar ook verschillen in cultuur
een rol.
 




Slide 22 - Tekstslide

VOORBEELDEN?
Weet je een voorbeeld vanuit jouw werk?
Wat heb je toen gedaan?
Wat kon je eventueel anders doen?

Slide 23 - Tekstslide