Week 1: Speaking and Writing

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today!
  • Lesson aims



  • Speaking and Writing
  • Short break
  • In class assignment

Slide 2 - Tekstslide

Lesson aims


At the end of class, you;
... can recognize sentences about someones actions.
... can make a sentence about someones actions. 
... know what we are going to do this week.




Slide 3 - Tekstslide

My home
This is a drawing of my home.

  • I live in an apartment.
  • I have got a small house.
  • I live here with my girlfriend.

Slide 4 - Tekstslide

Speaking and Writing

Zo vraag je hoe iemand woont...
  • Do you have a garden?
Heb je een tuin?

  • What kind of house do you live in?
In wat voor soort huis woon je?



Slide 5 - Tekstslide

Speaking and Writing

Zo reageer je
  • I live in a flat.
  • We live on a boat.

  •  We have got a big house.
  • have got = hebben

  •  I live here with my parents, my brother and sister.

Slide 6 - Tekstslide

Find the correct combinations
Sleep de juiste zinsdelen op de juiste plek. 
We have got
We
a small
Is
on a boat.
live
house.
Who

Slide 7 - Sleepvraag

Find the correct combinations
Sleep de juiste zinsdelen op de juiste plek. 
my parents, my brother and sister.
I live here with
Have you got
a big house?

Slide 8 - Sleepvraag

Look at the picture.
Make a sentence, use:

Got - have - a big - we - garden

Slide 9 - Open vraag

Look at the picture.
Make a sentence, use:

we - bunk bed - haven't got - a

Slide 10 - Open vraag

Make correct sentences
Left: Start of a sentence.
Right: End of a sentence.
Make correct sentences!

Slide 11 - Tekstslide

I live
What kind of house
I haven't got a
We have got
Is your room
Do you
do you live in?
tidy room.
have a garden?
in a flat.
a big house.
messy?

Slide 12 - Sleepvraag

Sleepvraag
Left: English sentence
Right: Dutch translation

Find the correct combinations.

Slide 13 - Tekstslide

I live in a flat.
What kind of house do you live in?
I haven't got a tidy room.
We have got a big house.
Is your room messy?
Do you have a garden?
In wat voor huis woon je?
Wij hebben een groot huis.
Heb je een tuin?
Ik woon in een flat.
Is je kamer rommelig?
Ik heb geen opgeruimde kamer.

Slide 14 - Sleepvraag

Write it in English:
Ik woon in een flat.

Slide 15 - Open vraag

Write it in English:
We hebben een groot huis.

Slide 16 - Open vraag

Creative writing
  • Doorgeefverhaal.
  • In het Engels.
  • Je mag vertalen gebruiken.
  • Je volgt de stappen.

Slide 17 - Tekstslide

Stap 1: introductie
  •  Schrijf een introductie van het verhaal. Waar speelt het af? Wat zie je, wat voor weer is het?
  • Je beschrijft nog geen personen!
timer
7:00

Slide 18 - Tekstslide

Stap 2: de personen
  •  Je beschrijft de personen.
  • Persoon 1: Roy
  • Persoon 2: Sam

  • Hoe zien ze eruit? 
  • Wat dragen ze? 
  • Wat zijn hun eigenschappen?
timer
7:00

Slide 19 - Tekstslide

Stap 3: conflict
  •  Er gebeurt iets met of tussen Roy en Sam.
  • Wat gebeurt er?
  • Beschrijf nog NIET wat het resultaat van het conflict is.
timer
7:00

Slide 20 - Tekstslide

Stap 4: Reactie
  •  Lees het verhaal door.
  • Hoe reageren de hoofdpersonen op elkaar na aanleiding van het conflict?
  • Wat gebeurt er?
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Stap 5: Het einde
  • Schrijf een eind aan dit verhaal.
  • Je mag zelf bedenken hoe het verhaal eindigt.
  • Ben je klaar? Dan lever je het verhaal in.
timer
7:00

Slide 22 - Tekstslide