B1A House and Home | Grammar

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

B1A!

Today

• Aims
• Homework check
• Vragen met have got
• Your turn!
• Homework 

Aims 

• Aan het einde van deze les,
• Weet je wanneer je een vraag met have got maakt.
• Kun je vragen maken met have got
• Ken je een aantal nieuwe woorden van H5

Homework check

• Your homework was:
• opdracht 8 t/m 10
• Leren woorden A t/m D

Homework check

• Exercise 8:
  
• 1 EN I live in a flat.
  
•  NL Ik woon in een flat.
  
• 2 EN Is your room tidy?
  
•  NL Is jouw kamer netjes?
  
• 3 EN Have you got a garden?
  
•  NL Heb je een tuin?
  

Homework check

• Exercise 8:
  
• 4 EN I live in a detached house.
  
•  NL Ik woon in een vrijstaand huis.
  
• 5 EN What kind of house do you live in?
  
•  NL In wat voor huis woon je?
  
• 6 EN We have got a big garden.
  
•  NL Wij hebben een grote tuin.
  

Homework check

• Exercise 9: 
• I live in a terraced house.
  
• I live here with my parents.
  
• We have got a very big garden.
  
• My sister's room is very tidy.
  
• Bill and Jo live in a flat.
  
• Have you got a big house?
  

Homework check

• Exercise 10: 
• I live in a big house.
  
• We have got a small garden.
  
• Have you got a nice room?
  
• Yes, I have got a very big room.
  
• Is your room messy?
  
• No, I live there with my mother and brother.

Wat denk jij dat
HAVE GOT betekent?

Have got

• Have got betekent hebben
• Je gebruikt have got om te zeggen of vragen wat iemand heeft. 
• I have got a cat.
• Ik heb een kat.

Have got

• Mark has got a new football.
• Mark heeft een nieuwe voetbal.
• Has Mark got a new football?
• Heeft Mark een nieuwe voetbal?

Have got

• Mark has got a new football.
• Mark heeft een nieuwe voetbal.
• He/she/it krijgt has got en GEEN have got.

Have got

• I have got
• you have got
• he has got
• she has got
• it has got
• we have got
• they have got

Have got

• Om een vraag met have got te maken verplaats je het woord have helemaal vooraan in de zin. 
• Daarna komt de persoon (I, you, Mark, Nadia)
• En daarna komt pas got en de rest van de zin

Have got

• I have got a cat.
• Have I got a cat?

Have got

• Maak de volgende zinnen vragend met een vorm van have got.
• Bijv.:
• Nadia has got long hair.
• Has Nadia got long hair?
• Let op het vraagteken!

They have got a garden

She has got two sisters.

It has got soft fur

Thijs has got a new phone.

You have got a large room.

Your turn!

• Maak opdracht 12 en 13 op blz. 12/13 van je wb. 
• Gebruik de grammar uitleg uit je tb. 
• 12: Lees de zinnen goed door. Maak er daarna vraagzinnen met have got van. 
• 13: Peter heeft een aantal vragen voor Jody. Maak van de woorden tussen haakjes kloppende zinnen met have got.
• Done? Maak je eigen huis. Uileg op het bord.

Homework

• Wednesday 11th of March

• Maken opdracht 13
• Study vocab A t/m E